
Wie vanaf 1 juli dit jaar met pensioen gaat, kan zich nog niet verheugen op het zogenoemde ‘bedrag ineens’. De mogelijkheid om 10 procent van de complete pensioenspaarpot in één keer op de rekening te laten storten wordt uitgesteld tot juli 2026.
In een brief aan de Eerste Kamer schrijft minister Van Hijum van Sociale Zaken dat er eerst er meer duidelijkheid moet komen over de fiscale gevolgen van de hap uit de pot. “Het opnemen van een bedrag ineens heeft gevolgen voor het inkomen en daarmee mogelijk ook voor het recht op toeslagen.”
Ook moet er eerst een online rekentool komen, waarmee mensen zelf kunnen inzien wat het ‘bedrag ineens’ voor hen zal betekenen.
Niet te rijk rekenen
Hiermee geeft de minister gehoor aan de waarschuwing van budgetvoorlichter Nibud, die al langer zegt dat mensen zich niet te rijk moeten rekenen met een grote som geld.
Wie, bijvoorbeeld, 250.000 euro heeft opgebouwd, zou opeens 25.000 euro kunnen opnemen. Leuk voor een camper, bootje of de studie van een kleinkind, maar het zorgt er dan wel voor dat de maandelijkse pensioenuitkering lager wordt.
Daarnaast is het mogelijk dat, door de eenmalige verhoging van het inkomen, iemand het recht op toeslagen (deels) verliest. Daarbij moet je denken aan zorg- of huurtoeslag.
Pensioentransitie
De minister komt hiermee ook tegemoet aan de de wens van de pensioenfondsen. Momenteel hebben zij de handen vol aan de pensioentransitie, waarbij de collectieve pensioenpot wordt opgeknipt in kleine, individuele potjes. De hoogte van de maandelijkse uitkering gaat meer meebewegen met de economische groei.
De meeste fondsen maken de overstap aan het einde van dit of volgend jaar. Het zou te veel werk worden als ze nu ook nog halverwege dit jaar het ‘bedrag ineens’ voor hun deelnemers beschikbaar moeten maken. De koepel van pensioenfondsen, de Pensioenfederatie, wil dat de fondsen voldoende voorbereidingstijd krijgen.
Vorig jaar ging de Tweede Kamer al het akkoord met het ‘bedrag ineens’. Dit voorjaar moet de Eerste Kamer erover stemmen. Tot nu toe lijkt er een meerderheid voor het plan te zijn.