
Opnieuw zijn er schepen in de problemen gekomen op de Noordzee. Bij een aanvaring voor de Engelse kust van een vrachtschip met een voor anker liggende tanker ontstond brand en begon er brandstof te lekken.
“Een extreem zorgelijke situatie”, noemde een woordvoerder van Downing Street het gistermiddag. De oorzaak is nog onduidelijk. Wat zeker is: het wordt de laatste decennia steeds drukker voor de kust. Tegelijk zijn er steeds meer maatregelen om de scheepvaart veiliger te maken, maar zijn die voldoende?
Vrachtschepen in nood zijn de laatste jaren een terugkerend fenomeen, zegt Ewout van Galen, directeur van Stichting De Noordzee. “Sinds 2019 is dit de zevende keer dat er een schip in de problemen komt op de Noordzee.” Hij memoreert de MSC Zoe, die in 2019 bij de Wadden 342 containers verloor, en de Julietta D., die op drift raakte en een transformatorplatform van een windmolenpark ramde. “En dat was alleen in het Nederlandse deel van de Noordzee.”
Tien tot twintig jaar geleden was er minder scheepvaart op de Noordzee, er waren minder windturbines en schepen waren vaak veel kleiner en lichter. “Dus was er minder kans op incidenten met grote gevolgen voor de natuur.”
Rotzooi naar de zeebodem
Hoeveel de natuur te vrezen heeft van het kerosinelek in de wand van de tanker Stena Immaculate is nog afwachten. Het voordeel van kerosine is dat het vervliegt, in tegenstelling tot ruwe olie. “Daarbij staat de brandstof in brand, dat geeft veel luchtvervuiling, maar er blijft zo wel veel minder olie over in zee”, zegt hoogleraar ecologie Tinka Murk (Wageningen Universiteit).
“Toch zal er ook rotzooi naar de zeebodem zinken. Kerosine bevat tot wel 1 gram lood per liter, wat in zee terecht zal komen. Hoe erg het zal zijn ligt zoals altijd aan de hoeveelheid. Er is maximaal 50.000 ton aan boord. Hopelijk komt dat niet allemaal naar buiten.”
Het andere betrokken schip, de Solong, vervoert containers met giftig natriumcyanide. Het is is niet duidelijk of dat ook in zee terecht zal komen. “Dat zou wel echt een groot gevaar betekenen voor het zeeleven. Misschien nog wel meer dan de olie”, zegt Murk.
Op videobeelden zijn grote rookpluimen te zien:
Zeezoogdieren lopen als eerste risico, omdat ze boven moeten komen om adem te halen, zegt Murk. “Die beesten zijn niet gek, als het niet een hele grote vlek is dan gaan ze eromheen. En ook vogels lopen risico besmeurd te raken.”
Ernstiger wordt het als een deel van de olie de kust bereikt. Daar is het veel moeilijker op te ruimen. Bepalend zijn de windrichting, de windsnelheid en de stroming. Die duwen eventuele weggedreven olie voorlopig nog naar de Britse kust.
Dubbele wand
In Britse media wordt de vraag gesteld hoe het ongeluk kon gebeuren. Moderne vrachtschapen hebben een aantal hulpmiddelen om veilig te navigeren: GPS, radar en het Automatic Identification System, waarmee schepen hun positie kenbaar maken.
De Stena Immaculate was bovendien voorzien van een dubbele wand, speciaal om olielekken te voorkomen bij een aanvaring. Dat was dus niet afdoende. Murk hoopt dat er daardoor in ieder geval minder olie de zee in stroomt.
Scheepvaartexpert David Mcfarlane zegt tegen de BBC dat het maanden kan duren om de oorzaak te achterhalen. “De schepen zijn redelijk bestuurbaar en de Solong had een gemiddelde snelheid”, aldus Mcfarlane. Hij wijst erop dat schepen vaak op de automatische piloot varen, maar dat er altijd iemand meekijkt.
Incidenten hangen niet alleen af van de veiligheidssystemen, benadrukt Van Galen van Stichting De Noordzee. “Het zijn ook niet altijd aanvaringen. Soms raken schepen op drift en knallen ze een windpark in. Of ze verliezen containers omdat ze niet opgewassen zijn tegen zwaar weer. Het is een combinatie van waarschuwingen, het weer, keuzes van de kapitein en nog meer factoren.”
Hij wijst erop dat de Onderzoeksraad Voor Veiligheid vorig jaar concludeerde dat er te weinig zicht is op de veiligheidsrisico’s voor de scheepvaart op de Noordzee, terwijl de drukte toeneemt, de overheid gedateerde risicomodellen hanteert, en dat de effectiviteit van beheersmaatregelen onzeker is. Van Galen: “Zeer zorgelijk vinden wij, want de natuur is uiteindelijk de klos.”