
Op een kalkoenboerderij in Putten is vogelgriep vastgesteld. Alle 27.000 dieren worden geruimd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). Dat doet de NVWA om verdere verspreiding te voorkomen.
Binnen 3 kilometer van de Gelderse boerderij liggen nog twaalf pluimveebedrijven. Bij deze bedrijven moet worden getest op vogelgriep.
Buiten die straal van 3 kilometer, maar binnen een straal van 10 kilometer bevinden zich nog 62 pluimveeboerderijen. Voor deze bedrijven geldt per direct een vervoersverbod. Dat betekent dat er geen vogels, eieren of andere materialen vandaan vervoerd mogen worden. De maatregelen zijn nodig om verspreiding naar andere delen van het land te voorkomen.
De NVWA gaat onderzoeken of de kalkoenboerderij contact heeft gehad met zogeheten riskante contacten en neemt waar nodig aanvullende maatregelen.
Landelijke ophokplicht
Sinds vorig jaar november geldt een landelijke ophokplicht voor al het pluimvee dat commercieel wordt gehouden. Dat gebeurde nadat het virus werd aangetroffen op een kippenboerderij in Putten. Dat was toen de eerste uitbraak in Nederland in bijna een jaar.
Sindsdien is het virus op meerdere plekken vastgesteld. Dat gebeurde in februari bij een pluimveebedrijf in het Friese dorp Idsegahuizum en begin deze maand in de Belgische gemeente Sint-Gillis-Waas, vlak bij de Nederlandse grens.
Vaccin
Eerder deze maand begon op een pluimveebedrijf een proef met een vaccin tegen vogelgriep. Dat gebeurde na een eerder positief uitgepakte proef vorig jaar. Daaruit bleek dat twee vogelgriepvaccins effectief werkten in de praktijk. De pilot duurt zo’n twee jaar.