
Utrecht heeft de straatnaambordjes op de Prins Bernhardlaan en het Prins Bernhardplein aangepast. Onder de naam van de prins staat nu een QR-code. Wie die scant, komt uit op een Wikipedia-pagina over het leven van de prins en zijn lidmaatschap van de NSDAP, de politieke partij van Adolf Hitler.
“Wat mij betreft is de neutrale toon prima”, zegt het Utrechtse gemeenteraadslid Dirk-Jan van Vliet tegen RTV Utrecht. Hij is een van de aanjagers van het idee om de bordjes van ‘context’ te voorzien. “Waar het mij om gaat, is dat we de geschiedenis niet uitwissen. Het is niet aan de politiek om een oordeel te vellen. Mensen kunnen dit nu zelf doen.”
PvdA-gemeenteraadslid Ilse Raaijmakers vindt de toevoeging van de QR-code een goed idee, maar zou liever een stapje verder gaan. “Straatnamen zijn een eerbetoon. Maar op behoorlijk wat namen is vanuit hedendaags perspectief wel wat aan te merken. Zo ontbreekt nog steeds informatie bij massamoordenaars zoals JP Coen en Van Heutsz”, zegt ze, verwijzend naar twee koloniale bestuurders in voormalig Nederlands-Indië. “Het liefst zien we deze straatnamen verdwijnen. En op zijn minst dat er informatie wordt toegevoegd die verder gaat dan een QR-code.”
Lidmaatschapskaart
In Utrecht wordt al langer gediscussieerd over de teksten op straatnaambordjes. Bijna 1,5 jaar geleden kwam het debat in een stroomversnelling toen historicus Flip Maarschalkerweerd de originele NSDAP-lidmaatschapskaart van prins Bernhard in diens privéarchief aantrof.
Dat was opmerkelijk want de prins had altijd ontkend dat hij lid was geweest van de nazipartij. In een interview dat na zijn dood in 2004 werd gepubliceerd in de Volkskrant zei de prins: “Ik kan met de hand op de Bijbel verklaren: ik was nooit een nazi. Ik heb nooit het partijlidmaatschap betaald, ik heb nooit een lidmaatschapskaart gehad.”
Kort na de onthulling van de historicus kwamen D66, PvdA, GroenLinks, Partij voor de Dieren en EénUtrecht met het voorstel om de straatnaambordjes met Prins Bernard aan te passen.
Slavernij
Het Utrechtse college is ook in gesprek gegaan met bewoners en de straatnamencommissie over andere vernoemingen zoals die van JP Coen en Van Heutsz. Maar daarbij gaven belanghebbenden en nazaten van tot slaaf gemaakten aan dat zij kennis en bewustwording over het slavernij- en koloniaal verleden belangrijker vinden dan het verwijderen van straatnamen.
Toch gaat het debat door, realiseert Van Vliet zich. Hij zal daarom binnenkort voorstellen om elk straatnaambordje te voorzien van een verwijzing. “Als de QR-code bij het Prinses Bernhardplein en de Prins Bernhardlaan bevalt, laten we dan bij alle straatnaamborden zo’n code plaatsen, ongeacht of er sprake is van een beladen verleden. Dus bijvoorbeeld ook bij de Hyacintstraat.”