
Gaat het Pentagon alle transgender miltairen ontslaan? De Amerikaanse president Trump tekende vorige maand een decreet met die strekking, maar een federale rechter stak daar deze week een stokje voor. Trump maakt niet duidelijk waarom deze stap nodig is en discrimineert een hele bevolkingsgroep, zo oordeelde zij. Of Trump en zijn kabinet zich hierdoor laten tegenhouden is nog niet duidelijk: de president heeft al eerder vonnissen naast zich neergelegd.
Het is hoe dan ook een pijnlijke kwestie, vindt de Nederlandse militair Finn (46), een van de naar schatting 36 transgender personen die nu in actieve dienst zijn in Nederland. Hij werkt al zo’n 25 jaar bij defensie en ging in 2016 in transitie van vrouw naar man.
Hij wijst erop dat Trump ook al maatregelen nam tegen trans militairen in zijn eerste periode als president, van 2017 tot 2021. “Als ze daarna nog steeds je land willen dienen, dan mag je als president in je handen knijpen. Je dienstbaarheid verandert niet door je transitie.”
Geestelijke problemen
Finn zegt dat er ook onder transgender militairen in Nederland zorgen bestaan door het decreet van Trump, maar dat zij zich gesteund voelen door de legerleiding.
Een ander reden die door het Pentagon gebruikt om trans personen te weren is het argument dat personen die van geslacht zijn veranderd of dat overwegen, zulke “medische, operatieve of geestelijke gezondheidsproblemen” hebben dat ze niet goed kunnen dienen als militair.
Een rare redenering, vindt Finn. “Voorafgaand onderga je als aspirant-militair een uitvoerige selectiekeuring, waarbij je aan bepaalde eisen moet voldoen om bij de krijgsmacht te kunnen dienen. Het kan zijn dat geestelijke of gezondheidsproblemen een motivatie vormen voor afwijzing, maar dat zegt niet dat je transitie de reden is. Als ik een functioneringsgesprek heb, vragen ze niet naar mijn lichaam of mijn geslacht. Ik word beoordeeld op mijn vaardigheden, mijn prestaties. Daarnaast voldoe ik nog steeds aan de eisen die gesteld zijn. Ik durf wel te zeggen: als ik vijf directe collega’s vraag ‘heb jij last gehad van mijn transitie?’ dan zullen ze allemaal zeggen: totaal niet.”
Dat wil niet zeggen dat het transitieproces als actieve militair een eitje is, zegt Finn. In 2016 is hij gestart met zijn transitie: denk aan hormoontherapie en mogelijke chirurgische ingrepen. Voor iedereen is zo’n proces weer anders, zegt hij.
“En ja, er is een herstelperiode nodig na een mogelijke operatie. Iemand die zijn been bijvoorbeeld breekt tijdens werk of een vrouw die zwanger is geweest, hebben ook hersteltijd nodig, maar kunnen daarna eveneens weer het werk oppakken.”
Áls er al geestelijke problemen zijn bij transgender mensen in het leger, komen deze eerder voort uit de discriminatie die zij ervaren dan uit het trans-zijn zelf, zegt Jojanneke van der Toorn, hoogleraar sociale en organisatiepsychologie, van de universiteiten in Utrecht en Leiden. Zij is gespecialiseerd in diversiteit en lhbti-inclusie op de werkvloer.
“Transgender mensen ervaren vaak meer discriminatie en negatieve bejegening op de werkvloer dan bijvoorbeeld homoseksuele mannen of lesbische vrouwen, die op hun beurt weer vaker negatieve ervaringen hebben dan heteroseksuele medewerkers.”
Discriminatie en onveiligheid bestaan, en een beetje zelfspot kan daarbij soms helpen om meer begrip te krijgen voor de situatie, vindt militair Finn. “Het is me wel eens gebeurd dat iemand van de oude stempel tegen mij zei: ‘oh, jij bent zo’n omgebouwde’. Dan kun je er direct hard tegenin gaan, of je kunt zeggen: ‘mogelijk is het onwetendheid, maar wij noemen dat transitie’.”
Leger is meer dan vechten
In weerwil van het decreet van Trump, stelt onderzoeker Van der Toorn dat meer interne diversiteit een organisatie kan versterken. “Een brede variatie aan meningen, ervaringen en talenten kan bijdragen aan een efficiëntere en beter functionerende organisatie. Dat is voor de krijgsmacht niet anders. Maar dit hangt sterk af van het organisatieklimaat. Als verschillen tussen medewerkers niet worden gewaardeerd en medewerkers zich niet veilig voelen om bijvoorbeeld afwijkende meningen te delen, blijft de potentiële meerwaarde van diversiteit onbenut.”
Militair Finn onderschrijft dat. Hij diende zelf in 2011 als medisch medewerker bij de Nederlandse missie in de Afghaanse provincie Kandahar en werkte daar samen met Amerikaanse militairen. “Ik heb daar veel Amerikanen op de operatietafel zien liggen, en velen van hen werden gered door het medisch personeel.” Militair werk is meer dan alleen maar vechten aan het front, wil hij maar zeggen.