
De coalitiepartijen (VVD, PVV, NSC en BBB) hebben nog een paar weken de tijd voor de gesprekken over de Voorjaarsnota, het stuk waarin de coalitiepartijen de begroting voor dit jaar kunnen aanpassen. Ze moeten ze beslissen of er bijvoorbeeld meer geld naar defensie moet. Maar over de kernvraag zijn de coalitiepartijen het nog altijd oneens: hoeveel geld mag het kabinet in totaal uitgeven?
PVV, NSC en BBB willen meer geld uitgeven dan de strikte begrotingsregels toelaten. Minister Eelco Heinen van Financiën (VVD) blijft bij zijn “sombere boodschap”: meer geld uitgeven leidt tot een hoger begrotingstekort en tot een hogere staatsschuld. Hij voelt dan ook niets voor extra uitgaven.
Defensie-investeringen
De hoop van de coalitiepartijen die meer willen uitgeven, ligt bij de Europese Commissie. Landen die meer investeringen doen in defensie mogen van de commissie de begrotingstekorten verder laten oplopen dan normaal. Wat betreft BBB moet Nederland die optie openhouden, omdat alle Europese landen uiteindelijk verantwoordelijk zijn voor de gezamenlijke schulden. “Straks heeft de rest wel geïnvesteerd en wij niet, maar moeten we toch meebetalen”, zegt BBB-Kamerlid Henk Vermeer.
De grote investeringen mogen wat betreft BBB gedaan worden in infrastructuur. “Alleen in defensie investeren is voor een deel weggegooid geld”, zegt BBB’er Vermeer. “Als we willen dat defensie opschaalt, moeten we ook bruggen verzwaren en onze wegen verbeteren. Daarnaast moeten we investeren in de economie.”
Minister Heinen ziet niets in dit plan en wil dat landen de defensie-uitgaven binnen de begrotingsregels dekken. “Het gaat erover hoe wij in Europa onze veiligheid vorm geven. Daar hoort een rekening bij. Elke uitgave moet gedekt worden en dat vergt keuzes”, zegt Heinen.
NSC wil op een andere manier extra geld op de begroting regelen. De partij kijkt daarvoor naar de ramingen, de voorspellingen van de in- en uitgaven die het Centraal Planbureau maakt. Die zijn de afgelopen jaren niet altijd goed ingeschat, onder meer doordat het ministeries niet lukte om de plannen uit te voeren.
Volgens NSC-leider Pieter Omtzigt blijven er daardoor elk jaar miljarden euro’s liggen die aan nuttige zaken hadden kunnen worden uitgegeven. “Als deze ramingen trefzekerder waren geweest, had het Hoofdlijnenakkoord er anders uitgezien”, zei Omtzigt in een commissiedebat over zijn initiatiefnota, die hij samen met partijgenoot Folkert Idsinga opstelde. “Als je als gezin 6000 euro per jaar over hebt, dan denk je: had ik mijn dak maar gerepareerd.”
Maar ook over dit idee is minister Heinen niet enthousiast. Volgens hem komen er ook met andere ramingen niet opeens “miraculeus miljarden bij”. Hij wijst erop dat veel bedragen misschien nog niet zijn uitgegeven, maar dat dat nog wel gaat gebeuren. Als je dat geld intussen al ergens anders voor gebruikt, “ben je het eigenlijk twee keer aan het uitgeven”, vindt de minister.
Om tafel
Naast de vraag hoeveel geld er is, is het natuurlijk ook de vraag aan wat het zal worden uitgegeven. Minister Heinen heeft de afgelopen weken met alle bewindslieden om de tafel gezeten om hun wensen te bespreken en om te kijken waar er tegenvallers en meevallers zijn. Vanaf volgende week spreekt hij ook met de coalitiepartijen.
Het idee is nog altijd dat op 11 april de eerste versie van de Voorjaarsnota in de ministerraad wordt besproken. Maar in Den Haag houdt iedereen er eigenlijk al rekening mee dat het nog een aantal weken langer gaat duren.