
Nicolien van Vroonhoven (54) is vanaf vandaag officieel de nieuwe fractievoorzitter van Nieuw Sociaal Contract (NSC). Haar wacht een zware taak, want de nog nieuwe partij leunde tot nu toe praktisch helemaal op Pieter Omtzigt, de man die zou zorgen voor bestaanszekerheid en goed bestuur.
“We hebben van het begin af aan gezegd dat het niet om hem moest draaien”, zei Van Vroonhoven na de fractievergadering waarin zij de voorzittershamer kreeg. “Maar dat was natuurlijk wel zo. Wat je ook zei en wat je ook deed, iedereen keek altijd naar hem.”
Toch is Van Vroonhoven ervan overtuigd dat het gaat lukken. “We gaan gewoon bewijzen dat we het kunnen”, zei ze vanmorgen tegen de fractieleden, van wie een flink deel puur vanwege Omtzigt een baan had opgezegd om in de politiek te gaan.
Van Vroonhoven begint vandaag echt aan haar nieuwe baan, maar staat eigenlijk al sinds vrijdagavond aan het roer. Vlak nadat Omtzigt bekend had gemaakt dat hij de landelijke politiek verlaat, zei ze in Nieuwsuur: “Nu moet ik het zelf doen. Ik heb me altijd achter de schaduw van Pieter kunnen verschuilen.”
Grote schoenen te vullen
De fractie, die haar unaniem heeft verkozen, heeft er vertrouwen in. “Je hebt grote schoenen te vullen, maar we hebben jou zien groeien”, zeiden de Kamerleden, voorafgaand aan de fractievergadering. Ze denken dat Van Vroonhoven het inmiddels in zich heeft om de partij “kleur op de wangen” te geven.
Ze vindt het zelf ook logisch dat zij de nieuwe fractieleider wordt en zegt dat ze “heel natuurlijk” in haar nieuwe rol is gegroeid. Ze was allang de rechterhand van Omtzigt en heeft samen met hem de nieuwe partij opgericht en campagne gevoerd.
Hoewel ze aanvankelijk volhield dat ze op de achtergrond wilde blijven, belandde ze uiteindelijk toch op de tweede plaats van de NSC-kandidatenlijst. De partij kreeg bij de verkiezingen vorig jaar twintig zetels en werd in een klap de vierde partij van het land.
Van Vroonhoven werd vicefractievoorzitter en zat naast Omtzigt in de kamerbankjes. Ze verving hem in de periodes dat hij met een burn-out thuis zat. Toen hij in november het werk weer oppikte, verdeelden ze de taken.
Zo voerde Van Vroonvorige week de slopende onderhandelingen over de voorjaarsnota in plaats van Omtzigt, al deed hij naar verluidt tot in die laatste week actief op de achtergrond mee.
Drie universitaire studies
Van Vroonhoven was eerder lid van het CDA. Na drie universitaire studies, waaronder fiscaal recht, begon ze haar politieke carrière als financieel medewerker van CDA-Kamerlid Jan Peter Balkenende. Zij stelde de latere premier voor aan een toen nog onbekend CDA-lid uit Twente, Pieter Omtzigt.
Ze werd later zelf Kamerlid voor het CDA, met de portefeuille Belastingen. Ze maakte een poosje samen met Omtzigt deel uit van de fractie, en sloot met hem een politieke vriendschap voor het leven.
Na 2010 zat ze voor het CDA in de gemeenteraad van Den Haag. Later werd ze wethouder in Hilversum, waar ze nu nog woont. In 2017 kreeg haar echtgenoot een baan in Australië en verhuisde het gezin Van Vroonhoven, met vijf kinderen, naar Melbourne.
In 2022 keerden ze terug naar Nederland en in september van dat jaar werd Van Vroonhoven in de Tweede Kamer medewerker van Omtzigt. Die was uit het CDA gestapt, maar had zijn Kamerzetel behouden. In 2023 stapte ook zij uit het CDA om zich volledig aan NSC te wijden.
Slechte peilingen
Een kleine anderhalf jaar later is ze opeens degene die de NSC overeind moet zien te houden. De partij doet het slecht in de peilingen. In de laatste Peilingwijzer zijn er nog twee tot vier zetels over.
Bovendien staat een deel van de NSC’ers nog altijd niet achter de keuze om een coalitie te vormen met de PVV. Er zijn inmiddels twee NSC-staatssecretarissen en twee NSC-Kamerleden vertrokken. Het vertrek van staatssecretaris Achabar leidde bijna tot een kabinetscrisis.
Ze zegt dat het “best zwaar” was in de eerste fractievergadering na het vertrek van Omtzigt. “Iedereen kwam met een zwaar gemoed binnen. Maar je merkt ook dat mensen strijdlustig zijn. We moeten nu echt met zijn allen de schouders eronder zetten als je het hebt over bestaanszekerheid en goed bestuur. We moeten het nu zelf doen, zonder Pieter.”