
In Nederlandse klassen in het voortgezet onderwijs is het rumoeriger dan in andere landen. Internationaal gezien scoort Nederland opvallend laag. De Vlaamse hoogleraar pedagogiek Orhan Agirdag deed er onderzoek naar en noemt het zelfs een “structurele gedragscrisis”.
Agirdag analyseerde de resultaten van een grootschalig internationaal onderzoek uit 2022 samen met twee andere onderzoekers, onder wie Tom Bennett, die in Groot-Brittannië als nationale gedragsadviseur in het onderwijs is aangesteld.
De zogenoemde PISA-enquête legt het vergrootglas op de schoolprestaties van kinderen in 81 landen. Eerder werd al duidelijk dat de leesvaardigheid van Nederlandse 15-jarigen verder achteruit was gegaan.
De drie onderzoekers zoomden in op de discipline in de klas. In het PISA-onderzoek kregen 15-jarige leerlingen vragen over verstoringen tijdens wiskundelessen.
Niet luisteren naar de leraar
Van de ondervraagde Nederlandse kinderen gaf 81 procent aan dat er ten minste in sommige lessen niet wordt geluisterd naar wat de leraar zegt, 7 procent van de kinderen zegt in de enquête dat er in alle wiskundelessen niet wordt geluisterd naar de leraar.
Verder zegt 83 procent dat het in elk geval in sommige lessen lawaaiig en rommelig is in de klas. 9 procent geeft aan dat dat bij wiskunde altijd zo is.
Daarnaast zagen kinderen in het PISA-onderzoek afleiding door smartphones en dat leraren geregeld moeten wachten met de les totdat het rustig is in de klas.
Smartphones zijn in Nederland sinds vorig jaar verboden in de klas. Volgens het ministerie van Onderwijs zijn middelbare scholieren sinds het verbod onderling socialer en geconcentreerder in de lessen. Maar volgens de onderzoekers laten de cijfers van het PISA-onderzoek zien dat de telefoon “niet de enige factor” is voor onrust in de klas.
Uit het onderzoek blijkt dat Nederland in de Europese achterhoede zit qua discipline in de klas. Van de 81 onderzochte landen staat Nederland op plek 65. In West-Europa scoort alleen Frankrijk slechter. “Dat is bepaald geen compliment”, zegt Agirdag in Trouw.
Uit eerder onderzoek is bekend dat structuur en rust in de klas van belang zijn om goed te kunnen leren.
Structurele crisis
Agirdag ziet dat leerlingen in drukke en rumoerige klassen lager scoren op rekenen in de PISA-index. Klassen waar het disciplinaire klimaat niet in orde is, behalen gemiddeld een PISA-score van 455 voor rekenen. In klassen waar het wel rustig is, ligt die score 56 punten hoger. Dat komt volgens de hoogleraar neer op een leerkloof van meer dan een schooljaar.
Een oorzakelijk verband is niet aangetoond, al lijkt het er volgens de onderzoekers wel op dat dat er is. Ook als er rekening wordt gehouden met de sociaaleconomische status van kinderen, de migratieachtergrond en het onderwijstype blijft de relatie tussen “het disciplinair klimaat en de rekenprestaties statistisch significant”.
De onderzoekers vinden dat gedrag en discipline op middelbare scholen een ondergeschoven kindje zijn en spreken van een “structurele crisis” op dat gebied. Ze vinden dat scholen en de politiek meer moeten doen om te zorgen voor rust in de klas.