
Nederlanders behoren nog altijd tot de gelukkigste mensen ter wereld. In het jaarlijkse World Happiness Report van de VN stijgt ons land één plekje, naar nummer 5. Wel blijken de inwoners van westerse landen steeds minder tevreden dan voorheen.
Sinds 2012 houden wetenschappers geluk wereldwijd bij. Ze vroegen daarvoor in 147 landen mensen hun eigen leven een score van 0 tot 10 te geven. Die informatie wordt daarna gekoppeld aan gegevens over inkomen, levensverwachting, corruptie en sociale factoren om te kijken wat het verschil maakt.
Voor het achtste jaar op rij scoort Finland het beste, met een 7,736. Daarna volgen Denemarken, IJsland en Zweden, nog voor Nederland dus. Afghanistan bungelt al jaren op de onderste plek, met dit jaar zelfs het laagste cijfer ooit, een 1,364. Het steekt zelfs schril af tegen de landen erboven, Sierra Leone en Libanon, met een 2,998 en een 3,188.
Scores verslechteren
De onderzoekers gebruiken een driejaarlijks gemiddelde om grote schommelingen door incidenten in een bepaald jaar te dempen. Nederland heeft daarbij dit jaar een score van 7,306, de laagste ooit. In het eerste rapport gaven Nederlanders hun leven nog een 7,319.
Het lagere cijfer past in de trend dat westerlingen zich steeds minder gelukkig zijn gaan voelen: sinds het eerste rapport scoren vijftien westerse landen significant slechter, met een verlies van 0,17 procentpunten of meer. Zo is er voor het eerst geen enkel groot geïndustrialiseerd land meer in de top-20 te vinden.
Drie westerse landen verloren in deze periode zelfs een halve punt of meer: de VS, Canada en Zwitserland. De VS heeft met een 24ste plek zijn slechtste score ooit gehaald, net als voormalig nummer 1 Zwitserland met een dertiende plek. Costa Rica en Mexico wisten juist de top-10 binnen te komen, op de plekken zes en tien.
Links/rechts
Het geluksgevoel in een land is volgens de onderzoekers niet alleen belangrijk voor de levensvreugde van inwoners. Ontevredenheid kan ook leiden tot meer populisme. Volgens het rapport is de invloed daarvan op stembusuitslagen zelfs groter dan die van traditionele ideologieën of klassenongelijkheid.
Volgens de onderzoekers trekken de politieke extremen ongelukkige mensen aan met hun kritiek op “het systeem”. Het vertrouwen in de medemens speelt een rol of men dan bij extreem-links of extreem-rechts eindigt. Dat verklaart waarom beide politieke flanken groeiden in verschillende verkiezingen, zoals in Frankrijk met de extreem-rechtse leider Le Pen en de extreem-linkse partijleider Mélenchon of in Duitsland met de AfD en Die Linke.
“De xenofobische neiging van populistisch rechts lijkt onderdeel van een breder wantrouwen in de rest van de samenleving”, concludeert het rapport. “Er is niet alleen minder vertrouwen in buitenstaanders, maar ook in het algemeen, van homoseksuelen tot de eigen buren.”
Niemand om mee te eten
Geluk draait daarbij om meer dan alleen rijkdom of inkomen. “Het gaat om vertrouwen, verbinding en de overtuiging dat iemand je steunt”, vat directeur Jon Clifton van opiniepeiler Gallup het samen. “Als we een betere gemeenschap en economie willen, moeten we investeren in wat er echt toe doet: elkaar.”
Hij wijst erop dat zoiets basaals als goede sociale contacten grote gevolgen hebben. Respondenten die aangeven dagelijks met meerdere mensen te eten, blijken tevredener. Dat heeft zelfs meer invloed dan de hoogte iemands inkomen.
Verontrustend is dan ook dat in de VS het aantal mensen dat geen disgenoten heeft in twee decennia met de helft is toegenomen. Ook zegt 19 procent van de jongeren niemand te hebben op wie ze kunnen terugvallen.
Het rapport biedt handreikingen voor burgers om er zelf verandering in te brengen. Vrijwilligerswerk draagt bijvoorbeeld bij aan een gevoel van voldoening. Ook meer sociale contacten helpen.
Empathiekloof
Het is daarbij belangrijk te bedenken dat medemensen welwillender zijn dan we zelf inschatten. Zo werd gevraagd hoe groot men de kans acht dat een eerlijke vinder verloren eigendommen zou inleveren. Door daadwerkelijk een portemonnee te laten rondslingeren, werd bewezen dat mensen de kans daarop consequent te laag inschatten.
Een vervolgexperiment op de universiteit van Stanford probeerde deze empathiekloof te dichten door met posters te wijzen op de positieve grondhouding van mede-studenten. Dat van leeftijdsgenoten bijvoorbeeld 85 procent het leuk vindt om vriendschap te sluiten met een onbekende of dat 95 procent een ander met problemen graag helpt. Ook werden proefpersonen met appjes uitgedaagd actief sociale interactie op te zoeken, wat zich op langere termijn uitbetaalde in meer vriendschappen en een beter gemoed.
“Empathie is een krachtig middel in een gemeenschap, maar wordt vaak onderbenut”, schrijven de onderzoekers. “Door zorg en empathie in te zetten en een duwtje te geven aan het nemen van sociale risico’s, kunnen overtuigingen en gedrag van mensen worden veranderd.”