
In de ministerraad is gesproken over de 3,5 miljard euro steun voor Oekraïne die premier Schoof woensdag heeft toegezegd. Verschillende ministers zeiden vooraf verrast te zijn door deze toezegging. Schoof vond het “een goed gesprek”, zei hij op zijn wekelijkse persconferentie. “Die 3,5 miljard staat.”
Op vragen van journalisten over waar die verrassing dan vandaan kwam, verklaarde hij dat er “geen enkel misverstand” is bij het kabinet en de coalitiepartijen wat er over steun aan Oekraïne is afgesproken. Dat is dat Nederland de politieke, militaire en financiële hulp aan het land onverminderd voortzet, zei hij.
Schoof: “De ontwikkelingen in Rusland en Oekraïne volgen elkaar snel op. Soms moet je snel schakelen en de internationale situatie vraagt daarom. Nederland moet er internationaal ook goed staan.”
Minister van Buitenlandse Zaken Veldkamp (NSC) zei meteen na de ministerraad dat hij blij is dat de steun aan Oekraïne is vastgesteld, vooruitlopend op gesprekken in het kabinet over de overheidsfinanciën in de voorjaarsnota. Het gaat volgens Veldkamp om militaire en niet-militaire steun. “Zoals bijvoorbeeld voor de energiecentrales die door Rusland kapot worden geschoten.”
Te weinig geld over
Vooral de vicepremiers Agema (PVV) en Keijzer (BBB) toonden zich verrast door de toezegging van Schoof. Zij spraken hun ongerustheid uit dat er te weinig geld overblijft voor hun ministeries. Agema wil een bezuiniging op nascholing van verpleegkundigen terugdraaien en Keijzer heeft geld nodig om de afspraken van de woontop uit te voeren.
Maar de lucht lijkt dus geklaard te zijn. Minister van Financiën Heinen (VVD) denkt dat ze er onderling uitkomen, al noemde hij de gesprekken over de voorjaarsnota een lastige puzzel.