
Het kabinet wil niet dat Syriërs kortstondig teruggaan naar hun geboorteland zonder dat dit gevolgen heeft voor hun asielprocedure of verblijfsvergunning. De Tweede Kamer had een motie van GroenLinks-PvdA en CDA aangenomen, met steun van onder meer coalitiepartij NSC, waarin om een dergelijke regeling wordt gevraagd.
“Ik heb de motie besproken in de ministerraad”, schrijft minister Faber (Asiel en Migratie) aan de Kamer, “en het kabinet heeft besloten de motie niet uit te voeren”. Volgens haar zou een dergelijke regeling niet stroken met het asielrecht.
GroenLinks-PvdA en CDA hopen dat Syriërs na een kort bezoek aan hun thuisland een betere afweging kunnen maken over hun terugkeer. Een soortgelijke regeling was er in de jaren 90 voor oorlogsvluchtelingen uit Bosnië. Volgens de indieners werkt Turkije, waar veel Syriërs verblijven, al met een dergelijke regeling.
150.000 Syriërs
Maar Faber ziet er dus niks in. “Als Syrische asielzoekers of houders van een vergunning voor bepaalde tijd terugkeren naar Syrië, daar veilig zijn en vervolgens weer veilig kunnen terugkeren, is dat een indicator dat van asielgerelateerde vrees geen sprake (meer) is”, aldus de minister.
Sinds het begin van de burgeroorlog in 2011 zijn ongeveer 150.000 Syriërs naar Nederland gevlucht. Eind vorig jaar viel het regime van president Assad.
Er zijn nog steeds gewapende groepen actief in het land en de afgelopen tijd vond er veel geweld plaats, onder meer tegen de alawitische minderheid. Verder staat de economie er slecht voor, is er bijna geen water en stroom en is er een groot gebrek aan huisvesting.