
De Verenigingskerk, ook wel bekend als de Moonsekte, is zijn religieuze status in Japan kwijt. Een rechtbank in Tokio oordeelde vandaag dat de organisatie door spirituele fraude “ongekend grootschalige schade” heeft aangericht en geen perspectief biedt op verbetering. Volgens de rechter is er sprake van systematische afpersing van gelovigen.
Het besluit volgt een kleine drie jaar na de moord op oud-premier Shinzo Abe. Dader Tetsuya Yamagami verklaarde destijds dat hij handelde uit wrok over de banden tussen Abe en de Verenigingskerk, waaraan zijn moeder al haar geld had gedoneerd.
Het is pas de derde keer dat een religieuze organisatie in Japan door de rechtbank wordt ontbonden. De kerk mag wel doorgaan met zijn activiteiten, maar verliest hierbij juridische bescherming en belastingvoordelen.
Nauwe banden met regeringspartij
De moord op Abe en de verklaring van Yamagami in 2022 leidde tot een mediastorm waarin de rol van de Verenigingskerk en zijn omstreden fondsenwerving scherp onder de loep werden genomen. Al snel na de aanslag werd duidelijk dat de Verenigingskerk inderdaad al decennialang nauwe banden onderhield met belangrijke politici, onder wie Abe zelf.
Zo erkende gouverneur van de westelijke provincie Toyama, Hachiro Nitta, slechts dagen na de aanslag dat hij verkiezingssteun had ontvangen van de sekte. Ook andere lokale politici, onder wie bijna de helft van de provinciale raadsleden en burgemeesters, bleken nauwe banden te hebben met de kerk.
Het leidde naar een publieke oproep om de invloed van de sekte in kaart te brengen. Uiteindelijk brachten onderzoeksjournalisten aan het licht dat zeker 179 parlementsleden van de regerende Liberaal Democratische Partij, van oud-premier Abe, inderdaad banden hadden met de Verenigingskerk. Dit varieerde van deelname aan evenementen tot het ontvangen van directe verkiezingssteun.
De kerk zou daarbij actief hebben gelobbyd voor conservatieve beleidsmaatregelen, zoals het blokkeren van lhbti-rechten en het homohuwelijk en het stopzetten van seksuele voorlichting aan scholieren. Opvallend genoeg richtte de publieke woede zich na de moord daarom niet op de dader, maar op regeringspartij LDP en de Verenigingskerk.
‘Ongekende schade’ door afpersing
Hoewel er al langer klachten waren over de kerk, onder meer over dwang tot dure religieuze aankopen zoals ‘heilige’ gouden bijbels, durfden politie en politici lange tijd niet in te grijpen. De status van religieuze organisaties biedt namelijk bescherming onder de Japanse grondwet.
Tegelijkertijd maakten veel politici zelf gebruik van de kerkelijke netwerken om stemmen te werven, waardoor de organisatie lange tijd een hand boven het hoofd werd gehouden.
De moord op Abe maakte dit politieke stilzwijgen echter onhoudbaar. Onder publieke druk en het groeiende aantal slachtoffers dat naar buiten trad, zag het ministerie van Onderwijs en Wetenschap zich gedwongen actie te ondernemen. Dit leidde uiteindelijk tot het verzoek tot ontbinding in 2023.
Volgens het ministerie had de kerk “gedurende lange tijd op systematische wijze mensen gedwongen tot financiële en geestelijke offers”. Om tot deze conclusie te komen heeft het ministerie meer dan 170 vermeende slachtoffers gesproken. De kerk verdedigt zich door te zeggen dat donaties onderdeel zijn van religieuze activiteiten en dat er geen sprake is van structureel of kwaadaardig gedrag.
Rechter Kenya Suzuki van het hooggerechtshof van Tokio heeft dit argument verworpen en zegt vandaag dat ontbinding “de enige oplossing” van de decennialange “financiële uitbuiting” van gelovigen is. Sinds 2009 zouden ongeveer 1500 zaken zijn aangespannen tegen de kerk, met totale claims van naar schatting 19 miljard yen, wat neerkomt op zo’n 115 miljoen euro.
Zeldzaam besluit
Het komt in Japan zelden voor dat een religieuze organisatie wordt ontbonden. Alleen bij ernstige schendingen van de wet en als het publieke belang in gevaar is, kan de overheid via de rechter een religieuze status laten intrekken.
De rechter heeft deze maatregel vandaag pas voor de derde keer opgelegd. Eerder gebeurde dat in 1996 bij Aum Shinrikyo, de sekte die verantwoordelijk is voor de dodelijke aanslag met het gifgas sarin op de metro van Tokio in 1995 waarbij dertien mensen omkwamen en meer dan 5800 mensen gewond raakten. Ook bij de tempelorganisatie Myokakuji werd de status ingetrokken nadat leiders waren veroordeeld voor wijdverspreide oplichtingspraktijken.
In het geval van de Verenigingskerk beroept de rechter zich echter niet op gepleegde strafbare feiten, maar op de handelingen van de organisatie “die duidelijk in strijd zijn met de wet en de openbare orde ernstig schaden”. De Verenigingskerk heeft inmiddels aangekondigd in hoger beroep te gaan tegen het besluit, en noemt de uitspraak “betreurenswaardig”.