
In een advies dat twee jaar geleden werd opgesteld pleitte de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) ervoor om staalslakken voortaan aan te merken als ‘afval’, blijkt uit onderzoek van de NOS.
Dat is opmerkelijk omdat zo’n label mogelijk grote gevolgen zou hebben gehad. Het advies werd uiteindelijk niet doorgezet.
Groeiende weerstand
Staalslakken zijn een steenachtig overblijfsel van de staalproductie. Elk jaar moet Tata Steel van zo’n 650.000 ton staalslakken af. Dat gebeurt deels door het te verkopen als bouwstof voor bijvoorbeeld de wegenbouw. Tata en het kabinet zeggen dat dit allemaal veilig is.
De tegenstand hiertegen groeit al jaren. Op verschillende locaties bleken staalslakken zonder voorzorgsmaatregelen te zijn gebruikt. Een bekend voorbeeld was in het Gelderse dorp Eerbeek, waar een zonnepark werd gebouwd op een laag staalslakken. Omwonenden kregen last van gezondheidsklachten, waaronder bloedneuzen. Ook bleek het omliggende water sterk vervuild.
Nieuwe vergunning
In een reactie aan de NOS stelt de inspectie dat het advies werd opgesteld vooruitlopend op een nieuwe vergunningsaanvraag van Tata Steel. Het bedrijf mag maar een beperkte hoeveelheid staalslakken op het eigen terrein hebben liggen. Het bleek bij controles meer op te slaan dan was toegestaan, waardoor een nieuwe vergunningsaanvraag bij de provincie nodig was. De Inspectie kan in dit soort gevallen een advies geven over zo’n aanvraag. Die adviezen kunnen niet zomaar genegeerd worden.
In het advies stelt de ILT dat “strengere regelgeving” nodig is. Zo zou de samenstelling van de staalslakken bij Tata structureel gecontroleerd moeten worden. Nu gebeurt dat niet. Ook zouden bepaalde soorten staalslak eerst nog verder bewerkt moeten worden zodat ze minder schadelijke stoffen bevatten. Dat zou flinke extra kosten voor Tata met zich meebrengen. Verder zou volgens inspectie een eventuele uitbreiding van de opslag van staalslakken moeten worden geweigerd.
Als een van de hoofdmotieven voor het negatieve advies wordt “voortschrijdend inzicht over de negatieve milieu-hygiënische aspecten” genoemd. Anders gezegd: staalslakken zijn volgens de inspectie vervuilender dan eerder gedacht.
Opvallend is dat de inspectie ook stelt dat ze bang is voor imagoschade. “Maatschappelijke kosten en milieueffecten kunnen leiden tot de vraag waarom de ILT hierop niet heeft geadviseerd”, zo valt er te lezen.
Het advies kwam er volgens de ILT uiteindelijk niet omdat het “juridisch niet houdbaar” was. Ook toeval speelde een rol. Een tussenhandelaar waar Tata zaken mee doet, wist net op tijd een grote hoeveelheid staalslakken te verkopen aan de Baltische staten. Hierdoor hoefde toch geen nieuwe vergunning aangevraagd te worden en hoefde de inspectie dus ook geen advies te geven.
Gevoelig dossier
Hoewel het advies er dus niet kwam, laat het goed zien hoe gevoelig het dossier in Den Haag ligt. Volgens dit kabinet zijn staalslakken een veilige bouwstof die zonder al te veel problemen verhandeld moet kunnen worden.
Uit de interne stukken blijkt ook dat het advies veel discussie losmaakte tussen overheidsdiensten onderling. Zo keerden sommige afdelingen binnen verschillende ministeries zich tegen het advies, terwijl andere juist vroegen extra vaart te maken.