
De maatregelen die president Trump neemt die de persvrijheid in de VS inperken zijn bijna niet bij te houden. “Het is voor journalisten steeds moeilijker om hun werk goed te doen”, zegt Katherine Jacobsen van het Comité ter Bescherming van Journalisten (CPJ). “Als dit zo doorgaat, dan zou Amerika het nieuwe Rusland kunnen worden.”
In zijn eerste termijn nam Trump de media al vaak onder vuur. De kritische pers kwam volgens hem met “fake news”, journalisten noemde hij “vijand van het volk”. Daar doet hij nu nog een schep bovenop.
Het Witte Huis bepaalt nu wie wel en niet aanwezig mag zijn bij persconferenties. Journalisten van AP worden voorlopig geweerd, omdat het internationaal opererende persbureau Trumps naamswijziging van de Golf van Mexico niet overneemt. En media als The New York Times, CNN en Politico verliezen hun werkruimte in het Pentagon.
Volgens Kiran Nazish, directeur van de Coalition for Women in Journalism, brokkelt de persvrijheid snel af. De oud-oorlogscorrespondent komt met haar organisatie op voor vrouwelijke journalisten wereldwijd.
“Het tempo is ongekend, zelfs in vergelijking met de meest ondemocratische landen”, zegt Nazish. “Als dictators de macht overnemen, verdwijnt de vrije pers stap voor stap. Nu worden in amper een paar weken al heel zware maatregelen genomen.”
Decennialang regelde een onafhankelijke mediaorganisatie de toegang van journalisten tot het Witte Huis, maar voortaan maakt de regering die keuze dus zelf. “Indirect is de boodschap: wie aan onze kant staat, krijgt toegang. Ga je tegen ons in, dan kom je er niet in”, zegt Nazish. “Het is een duidelijke waarschuwing van Trump.”
Zelfcensuur
“De toon die ze aanslaan tegen de pers is harder”, zegt Jacobsen. “Ze vertellen ons bijvoorbeeld dat het steeds moeilijker is om bij overheidsinstanties iemand te spreken te krijgen.”
Volgens Nazish laten veel journalisten haar organisatie weten dat ze niet de juiste middelen en steun krijgen om goed verslag te doen. Ze hebben het gevoel dat ze in een mijnenveld lopen en passen vaker zelfcensuur toe.
Journalisten zijn bang voor rechtszaken en voor mogelijke hoge kosten, zegt Nazish. Ze vragen zich volgens haar af of ze wel worden geholpen als ze in een juridische strijd verwikkeld raken. “Daarom stellen ze niet de vragen die ze zouden moeten stellen.”
Kritische media de mond snoeren is precies wat Trump wil bereiken, zegt Nazish. “Het is een manier om mediaorganisaties te intimideren en de berichtgeving te beïnvloeden.”
Tegelijkertijd maakt de president ruimte voor geluiden die wel in zijn straatje passen. Trump-gezinde podcastmakers, bloggers en tiktokkers zijn welkom. Zo bepaalt het Witte Huis wat de Amerikaanse bevolking wel en vooral niet te zien krijgt.
Dat Trumps intimidatie werkt blijkt uit de draai van multimiljardair Jeff Bezos. Als eigenaar van The Washington Post staat hij op de opiniepagina’s alleen nog stukken toe die persoonlijke vrijheden en de vrije markt verdedigen. Gezwicht voor de druk van Trump, zei oud-hoofdredacteur Martin Baron tegen Nieuwsuur.
Samen een vuist maken
Nazish en Jacobsen vinden dat mediaorganisaties moeten stoppen elkaar te beconcurreren. “Nooit eerder was het zo belangrijk om als een front te opereren”, zegt Jacobsen. “Samen moeten we de regering dwingen om ons op een fatsoenlijke manier verslag te laten doen.”
Uiteindelijk is dat niet alleen in het belang van de journalistiek, maar vooral in het belang van burgers, in de VS en ver daarbuiten, zegt Nazish. “Zij hebben recht op eerlijke informatie en een transparante controle van de overheid.”