
In het kustgebied in het noordwesten van Syrië zijn hevige gevechten uitgebroken tussen aanhangers van de verdreven president Assad, islamitische strijders en regeringstroepen. Daarbij zijn meer dan zeventig doden gevallen, zegt het in Londen gevestigde Syrische Observatorium voor de Mensenrechten.
In de kuststeden Latakia en Tartus is een avondklok ingesteld; mensen zijn opgeroepen binnen te blijven.
Er zijn duizenden militairen naar het gebied gestuurd om de situatie onder controle te krijgen. Assad-aanhangers zouden delen van de regio in handen hebben, zoals de kustplaats Qardaha, waar Assad werd geboren.
Aleppo en Homs
De gevechten strekken zich uit over een groot gebied. Ook in de grote steden Aleppo en Homs, in het binnenland, zijn er geweldsincidenten, en uit het zuiden van Syrië worden confrontaties gemeld met gewapende druzen.
De berichten zijn moeilijk te verifiëren, omdat er nauwelijks onafhankelijke journalisten in het gebied zijn.
Vooral in de noordwestelijke kustregio, het kerngebied van het voormalige Assad-regime, liepen de spanningen al geruime tijd op, tot ze gisteren escaleerden in het heftigste geweld sinds de val van Assad in december vorig jaar. Het begon toen regeringstroepen tijdens een operatie in Latakia in een hinderlaag liepen.
De overgangsregering heeft beloofd dat aanhangers van het Assad-regime alleen individueel worden gestraft en dat minderheden met respect zullen worden behandeld. Groepen als de druzen en vooral de alawieten, de minderheid waartoe de Assads behoren, hebben daar weinig vertrouwen in.
Al maanden spanningen
Al sinds de val van Assad, in december, zijn er berichten op sociale media dat vooral alawieten worden aangevallen en mishandeld door islamitische strijders en dat hun huizen werden geplunderd en in brand werden gestoken.
Soennitische moslimstrijders zouden uit zijn op wraak, omdat ze de alawieten zien als een bevoorrechte minderheid die verantwoordelijk was voor de onderdrukking onder het Assad-regime.