
In Alkmaar wordt vandaag voor het eerst dit jaar weer een kaasmarkt gehouden. Het gaat om een eeuwenoude traditie waarbij het Waagplein in de binnenstad elke vrijdagochtend tot en met eind september wordt volgestapeld met kazen.
Kaasdragers in een blauwe kiel met een rode sjaal sjouwen de kazen rond op berries. Overal op het Waagplein staan weegschalen en wordt ‘handjeklap’ gedaan. Maar in tegenstelling tot wat veel mensen denken, is op de kaasmarkt geen kaas te koop. “Je zou het een toneelstukje kunnen noemen, maar dat klinkt een beetje oneerbiedig”, zegt Willem Borst bij NH. “We doen alles volgens de traditie.”
Willem Borst is kaasvader in Alkmaar. Zijn functie gaat waarschijnlijk terug tot het jaar 1365, toen Alkmaar weegrecht had én een officiële kaasweegschaal. Wanneer de eerste echte kaasmarkt plaatsvond, is onbekend. Maar in 1593 werd het Kaasdragersgilde opgericht. Dat betekent dat er waarschijnlijk toen al een georganiseerde markt op het Waagplein was.
300 ton kaas per dag
De markt groeide zo snel in de 18de en 19de eeuw dat het Waagplein acht keer moest worden vergroot. Op het hoogtepunt waren er vier kaasmarkten per week, die tot diep in de nacht doorgingen, met een omzet van 300 ton kaas per marktdag.
Volgens historicus en stadsgids Jan Tervoort lijkt de kaasmarkt in zijn huidige vorm nog maar weinig op hoe het er toen aan toeging. “Tegenwoordig worden tonnen kaas met vrachtwagens op het Waagplein neergelegd, terwijl de kaas in de Gouden Eeuw via het water werd aangevoerd. Daarom staan de weegschalen nog steeds aan de kant van het water.”
Destijds werd de kaas direct van de boot op de weegschaal gelegd. “Toen wist men niet precies hoeveel een kaas woog, terwijl we nu weten dat zo’n kaas standaard 13 kilo is.”
Met de opkomst van groothandels, kaaswinkels en supermarktketens werd de praktische functie van de kaasmarkt steeds kleiner. “De echte handel stopte zo’n 25 à 30 jaar geleden”, aldus kaasvader Borst. De kaasmarkt is nu vooral een toeristische trekpleister, die in geen enkele reisgids over Nederland ontbreekt.
Maar historicus Tervoort denkt dat de markt ook voor de inwoners van de kaasstad van belang is. “Veel Alkmaarders mijden de binnenstad op vrijdagochtend vanwege de drukte”, zegt hij. “Dat is het grappige: iedere Alkmaarder kent de kaasmarkt, maar bijna niemand gaat erheen. Toch zou iedereen het eens moeten zien. Het hoort bij de stad en onze identiteit.”
De kaasmarkt in Alkmaar is niet de enige. Ook in Edam, Hoorn, Woerden en Gouda zijn (veel kleinere) kaasmarkten. Op die in Woerden en Gouda wordt wel gehandeld.