Europa heeft 800 miljard euro nodig om het continent te ‘herbewapenen’, zo hield Commissievoorzitter Von der Leyen de lidstaten deze week voor. Van dit bedrag moeten de Europese lidstaten 650 miljard euro ophoesten. De overige 150 miljard euro wil Brussel op een andere manier bijeensprokkelen.
Daarover ontstond direct tumult. Want hoe Von der Leyen die 150 miljard euro wil verzamelen, daarover zei ze dinsdag nog niet veel in het plan ‘Herbewapen Europa’. Met de vage omschrijving van een ‘nieuw instrument’ om geld te gaan lenen op de kapitaalmarkten gingen in diverse Europese lidstaten direct de alarmbellen af.
Want gaat Europa geld lenen waar de lidstaten samen garant voor staan, de al lang omstreden eurobonds? Minister Heinen van Financiën was er een dag later als de kippen bij om de Tweede Kamer gerust te stellen: “Het zijn geen eurobonds. Wij zien het niet zo. Anders was ik wel meteen uit mijn stekker gegaan.”
Wat zijn die eurobonds? En waarom is er zo veel gedoe over?
Eerst over de woordelijk samentrekking: ‘Euro’ staat voor Europa en ‘bonds’ is Engels voor obligaties. Een obligatie is schuldpapier dat door overheden en bedrijven kan worden uitgegeven om geld te lenen, voor grote investeringen of andere uitgaven. Zo gaf Nederland in de coronacrisis nieuwe staatsobligaties uit voor steun aan door de lockdowns gesloten bedrijven. Een obligatie moet net als elke andere lening na een bepaalde periode worden terugbetaald, met rente.
Is zo’n obligatie voor alle landen hetzelfde?
Hier geldt zoals bij elke lening: hoe groter de kans dat je kunt terugbetalen, hoe lager de rente. Voor landen die hun financiën goed op orde hebben is het makkelijker om geld te lenen. Zij hebben op de geldmarkten een hogere kredietwaardigheid. Deze landen betalen een lagere rente, omdat kredietverstrekkers weten dat ze hun geld terugkrijgen en ook op tijd. Nederland hoefde enkele jaren helemaal geen rente te betalen op een staatsobligatie, en kreeg zelfs enige tijd geld toe. Landen met een hoge staatsschuld en een lage kredietwaardigheid moeten een hoge rente betalen. Zij zijn dus duurder uit als ze geld lenen.
Von der Leyen presenteerde deze week een defensieplan voor Europa: “Klaar om stap verder te gaan”:
Waarom zijn eurobonds omstreden?
Met de oprichting van de Europese Unie in 1992 ontstond een Europese markt en met de euro zelfs een Europese munt. Als de EU los van de eigen begroting extra geld wil lenen op de kapitaalmarkten, dan zouden alle lidstaten hiervoor garant moeten staan. Dat blijft een heet hangijzer.
Financieel sterke lidstaten, doorgaans uit het noorden, staan tegenover de financiële zwakkere lidstaten, veelal uit het zuiden. Lidstaten geven zelf obligaties uit. De sterkere landen zijn bang dat de kapitaalmarkten na de invoering van eurobonds geen verschil meer maken in de kredietwaardigheid van de EU en afzonderlijke lidstaten. Oftewel: dat ze straks een hogere rente moeten betalen om zelf geld te lenen.
Is dat alles?
De situatie met Griekenland tijdens de kredietcrisis zo’n vijftien jaar geleden blijft een angstbeeld. Ondanks Europese afspraken bleek de Griekse begroting jarenlang vol gaten te zitten. Om de euro te redden moesten andere Europese lidstaten de portemonnee trekken omdat de Grieken zelf geen geld meer konden lenen. De angst blijft dat lidstaten die er financieel goed voor staan uiteindelijk opdraaien voor het terugbetalen van het geld dat via eurobonds is geleend.
Dat hoeft niet te gebeuren als de gehele Europese Unie er goed voor staat. Maar de diverse lidstaten durven de handen niet voor elkaar in het vuur te steken. De een vreest dat de ander de eigen begroting straks laat verslonzen, omdat ze via de Europese eurobonds voor een lagere rente toch wel geld kunnen krijgen.
“Met eurobonds moeten wij garanties op de Nederlandse begroting nemen voor andere lidstaten. Eigenlijk andere landen met een lagere kredietwaardigheid gaan subsidiëren”, zei minister Heinen gisteren in de Tweede Kamer. “Wij moeten ook pijnlijke keuzes maken. En dat vraag je dan ook van een ander.”
Komen die eurobonds er nu wel of niet?
Dat Europa geld gaat lenen op de kapitaalmarkten om de defensie te versterken, dat is wel zeker. Maar het woord eurobonds zal zorgvuldig worden vermeden. Dat gebeurde ook tijdens de coronacrisis. Toen stonden lidstaten garant toen er 750 miljard euro nodig was voor een Europees herstelfonds. Hoewel het leek op eurobonds, werden het coronabonds genoemd. Lidstaten die subsidies of leningen uit het fonds wilden, moesten daarvoor in ruil hervormingen doorvoeren en hun begroting op orde krijgen.
Daarom corrigeerden traditioneel kritische lidstaten als Nederland en Duitsland razendsnel Von der Leyen door te zeggen dat er helemaal geen nieuw instrument gaat komen om geld te lenen. Via de bestaande regels mag de Europese Commissie dat alleen doen met de ruimte die er is op de huidige begroting. Dat dient dan als onderpand om de lening terug te betalen. “En dat is echt iets heel anders dan eurobonds”, hield minister Heinen de Kamer voor.