
Er kan minstens 7,6 miljard euro worden bespaard op de kosten voor de Nederlandse gezondheidszorg als vrouwen de zorg krijgen die ze nodig hebben. Maar dan moet wel worden geïnvesteerd in diagnose en behandeling van vrouwen. Dat zeggen de drie oprichters van een nieuw centrum bij het Erasmus MC in Rotterdam dat speciaal gericht is op de zorg voor vrouwen.
Het centrum wordt vandaag feestelijk geopend. Het is al langer bekend dat de huidige zorg vooral is ingericht op mannen. Behandelingen en medicijnen worden meestal alleen getest op mannen of mannelijke proefdieren, terwijl een vrouwelijk lichaam bij ziekte vaak anders reageert dan een mannelijk lichaam.
“Meer dan een op de drie vrouwen zegt dat een arts hen niet geloofde, iets aannam zonder door te vragen. Vrouwen ervaren ook vaker verkeerde diagnoses of onderbehandeling door verkeerde veronderstellingen bij zorgprofessionals”, zegt hoogleraar cardiothoracale chirurgie Hanneke Takkenberg.
Virtueel centrum
Ze is een van de initiatiefneemsters van het nieuwe centrum. Dat is geen adres waar vrouwen met klachten terechtkunnen, maar een virtueel centrum. Het brengt artsen, onderzoekers, patiënten en beleidsmakers samen om de zorg voor vrouwen te verbeteren.
Het nieuwe Netherlands Women’s Health Research & Innovation Center van het Erasmus MC gaat vooral onderzoek doen naar problemen die alleen vrouwen hebben, bijvoorbeeld bij menstruatie, vruchtbaarheid, zwangerschap, menopauze en bepaalde vormen van kanker. Daardoor vallen ze bijvoorbeeld uit op hun werk en dat is dus ook van invloed op de economie en de samenleving.
Het gaat niet alleen om vrouwenproblemen, maar ook om aandoeningen die zich bij vrouwen anders manifesteren, zoals migraine, hart- en vaatziekten en botontkalking. Mede-initiatiefneemster en internist Jeanine Roeters van Lennep houdt al enkele jaren een speciaal spreekuur voor vrouwen die ernstige zwangerschapsvergiftiging hebben gehad. Ze blijken later in hun leven een hoger risico op hart- en vaatziekten te hebben. Roeters van Lennep hoopt dat door betere nazorg te voorkomen.
Roeters van Lennep: “We hebben al een massa kennis vergaard als het gaat om verschillen tussen het mannen- en vrouwenlichaam. Zeker dokters met veel ervaring weten heel goed dat vrouwen vaak andere symptomen ervaren dan mannen. In het nieuwe centrum willen we al die kennis en ervaring bij elkaar brengen.”
Vrouwvriendelijk plaspotje
In eerste instantie worden data uit het Erasmus MC gebundeld, maar ook onderzoekers in andere Nederlandse en buitenlandse zorginstellingen zijn welkom om zich aan te sluiten en kennis te delen. Bij de opening zijn ook veertig bedrijven die willen investeren in de zorg voor vrouwen.
“We koppelen ze aan onderzoekers. Er is echt een markt voor vrouwengezondheidszorg”, zegt Roeters van Lennep. “Vroeger werd het afgedaan als hobby, maar nu wordt het serieus genomen.”
“Ik weet niet of je weleens een blaasontsteking hebt gehad? Dan krijg je zo’n potje mee om in te plassen. Een man lukt dat wel, maar bij een vrouw wordt dat altijd een kliederbende. Er is nu een onderzoeker die een vrouwvriendelijk plaspotje heeft ontwikkeld. Dat is gewoon betere zorg.”
Probleem van iedereen
Het Netherlands Women’s Health Research & Innovation Center werkt onder meer aan een uitgebreide databank. Greet Vink is hoofd research & development office van het Erasmus MC en de derde initiatiefneemster van het nieuwe centrum.
“We willen datasets bouwen om de biologische, sociaaleconomische, omgevings- en interpersoonlijke uitdagingen te bestuderen die vrouwen ervan weerhouden optimale gezondheid te bereiken”, zegt ze. “Veel Rotterdamse meisjes en vrouwen doen al mee aan studies. We moeten de verzamelde datasets meer bundelen.”
Nederland telt ruim 8,8 miljoen vrouwen. Vink, Takkenberg en Roeters van Lennep vinden het hoog tijd dat er in de zorg meer aandacht voor hen komt: “Het is onbegrijpelijk dat er zo weinig kennis is vastgelegd over vrouwspecifieke aandoeningen. Zonder deze kennis kunnen we die niet goed behandelen. Daar mogen we niet langer van wegkijken, want een probleem van vrouwen is uiteindelijk een probleem van iedereen.”