
Defensie wil fors groeien en de krijgsmacht wordt versneld in gereedheid gebracht. Het leger moet ook meer ‘cyberslagkracht’ krijgen, want hackaanvallen uit China en Rusland zijn volgens inlichtingendiensten aan de orde van de dag. Defensie benadrukt dat niet alleen beroepsmilitairen welkom zijn.
Cyberreservisten worden gezien als belangrijke toevoeging om Nederland veilig te houden tegen buitenlandse mogendheden. Dit zijn burgers die naast hun baan, vaak in de digitale veiligheid, op basis van een nulurencontract hun expertise inzetten voor het leger.
Er komt een nieuwe wervingscampagne voor cyberpersoneel, inclusief -reservisten, laat Defensie weten. Deze actie staat voor na de zomer gepland, maar er staan al vacatures voor cyberreservisten online.
“Veel van de werkzaamheden zijn in de avonden of weekenden. Dat is best uitdagend met een gezin en een voltijdbaan, maar in mijn ervaring lukt het altijd wel.” Aan het woord is Matthijs, luitenant-kolonel en commandant van de cyberreservisteneenheid. Hij doet dit sinds 2016, naast zijn baan als strategisch adviseur bij een cybersecuritybedrijf.
De functie is niet geheim, wel wordt terughoudendheid gevraagd. Cyberreservisten krijgen bijvoorbeeld te horen dat het “niet handig is dit op sociale media te zetten”, zegt Matthijs. Het kan volgens hem de aandacht trekken vanuit “bepaalde landen. En voor sommige opdrachten is het überhaupt niet handig als iemand weet wat je doet.”
Bureaucratisch gedonder
Er kan een oproep komen voor militaire oefeningen in binnen- of buitenland, bijvoorbeeld in NAVO-verband. Dat gebeurt op vrijwillige basis. Zo’n inzet kan enkele dagen duren, maar sommige missies juist maanden.
Er zijn in totaal zes pelotons en die vallen onder het Defensie Cyber Commando (DCC). Het is niet de eerste keer dat Defensie cyberreservisten zoekt. 150 was het streefaantal, maar ruim tien jaar na de oprichting van het DCC is dat niet gelukt. Vorig jaar waren het er 110, zei toenmalig minister van Defensie Ollongren.
Nu zijn het er meer, maar uit operationele veiligheid worden geen aantallen genoemd. Sinds de inval in Oekraïne “is er een toename in interesse en aanmeldingen”, aldus een Defensiewoordvoerder.
De eerste jaren was er juist te weinig animo. Het bleek in de praktijk zeer tijdrovend om geïnteresseerden te screenen en op te leiden. “De vorige poging om dit te doen is verzand in bureaucratisch gedonder”, zegt cyberexpert Bert Hubert. Hij is onder meer werknemer en toezichthouder van inlichtingendienst AIVD geweest.
Experts onderschrijven het nut van cyberreservisten, maar plaatsen wel kanttekeningen. Zo moeten we de functie volgens Hubert niet zomaar vergelijken met een reservebrandweer. “Zo iemand kan bij een grote brand gelijk blussen, maar als iemand bijvoorbeeld gehackt is ligt dat veel ingewikkelder. Het is een beetje alsof een boekhoudkundige reservist de volledige boekhouding van een bedrijf kan overnemen.”
Commandant Matthijs wijst erop dat werkgevers vooraf over dit soort gevoeligheden in gesprek gaan en afspraken maken met de medewerker die parttime werkt als cyberreservist. “Een situatie van mogelijke belangenverstrengeling is voorstelbaar, want ik doe civiel hetzelfde als ik als militair doe, alleen de ene keer draag ik een spijkbroek en de andere keer een uniform. Maar gelukkig zijn er regels voor en daar wordt ook toezicht op gehouden.”
Beperkingen
In geval van oorlog krijgt het werk voor Defensie voorrang, legt Matthijs uit. Dat geldt ook voor andere crisissituaties waarin de regering besluit het leger in te zetten. De speelruimte voor het DCC, waar de cyberreservisten onder vallen, is in vredestijd echter beperkt.
“Waar de marine, lucht- of landmacht zich relatief eenvoudig gereed kunnen stellen, is dat voor cybereenheden lastiger”, zegt kolonel Peter Pijpers, universitair hoofddocent cyber warfare aan de Nederlandse Defensie Academie.
Volgens de huidige regels mag het DCC “enkel tijdens de inzetfase acties ondernemen in de informatieomgeving. Vergelijk dit met een chirurg die moet opereren met enkel kennis uit de boeken.” Hij verwijst naar het door experts Ducheine, Zwanenburg en hemzelf opgestelde rapport Tanden voor de Leeuw van vorig jaar.
De zogenoemde Wet op de gereedstelling moet hier verandering in brengen. Ollongren noemde deze wet in voorbereiding essentieel om effectief te oefenen “in het grijze gebied tussen oorlog en vrede”. Hybride oorlogvoering is breder dan spionage of hacken, en omvat bijvoorbeeld ook het platleggen van betaalverkeer of het frustreren van supermarktbevoorrading.
Echt gedreven
Welke rol een cyberreservist speelt in de aanpak van dit probleem hangt af van kennis en kwaliteiten. Het loopt uiteen van het ontwikkelen van veiligheidssoftware tot het proberen te hacken van Defensiesystemen om de veiligheid te controleren. “Het is maatwerk”, zegt Matthijs.
Het is volgens de commandant een roeping. “Je moet echt gedreven zijn om dit naast een andere baan te doen. Het zijn mensen die echt een steentje bij willen dragen aan de veiligheid van Nederland. En die het vakgebied waanzinnig leuk vinden; het is ook gewoon een grote groep nerds bij elkaar.”
Hoeveel cyberreservisten er precies moeten komen, wordt duidelijk bij publicatie van de langverwachte cyberstrategie van Defensie. Die wordt voor de zomer verwacht.