
Een deel van de bewoners en ondernemers die gedupeerd zijn door de grote brand in Arnhem mag later vandaag onder begeleiding het afgezette gebied in. Nu het vuur gedoofd is, probeert de gemeente zo veel mogelijk van het gebied weer vrij te geven.
Het blok waar de brand ontstond, is volledig verwoest. De brandweer heeft daar zelfs de gevel moeten slopen om bij de laatste brandhaarden te kunnen komen. De gebouwen direct ernaast zijn ook nog te instabiel om te betreden, maar voor de andere panden wordt stuk voor stuk bekeken wanneer mensen kunnen terugkeren.
De brandweer heeft het grootste gedeelte van het centrum van Arnhem inmiddels weer vrijgegeven. Wel is de Jansplaats, waar meerdere winkels en cafés zitten, nog afgezet. Hier moeten onder meer de rijplaten nog worden opgeruimd die werden neergelegd voor een sloopkraan.
Calamiteitenteams mee
Stichting Salvage heeft op de Jansplaats een tijdelijk kantoor ingericht waar gedupeerden terechtkunnen met vragen. De stichting helpt namens de verzekeringen met de terugkeer en met vragen over vervangende huisvesting, herstel van schade en vergoedingen.
“De meest gestelde vraag is wanneer mensen terug kunnen”, zegt Marc Neijenhuis van Salvage. “Bewoners hebben daar behoefte aan en ondernemers willen zo snel mogelijk weer open.”
Wie terugkeert, krijgt via Salvage ook begeleiding van een calamiteitenteam. “Zij kunnen schade aan woningen of winkelpanden zo snel mogelijk herstellen. Ze zullen panden dichttimmeren, de eerste schoonmaak doen, ontgeuren.”
Er zijn ook initiatieven om de ongeveer 100 getroffen bewoners te helpen. Zo worden er via een website goederen ingezameld voor de mensen die vaak in alleen hun pyjama hun woning moesten ontvluchten. Een plaatselijk hotel nam al contact op om bedden aan te bieden.
Kordaat
Nicolette Bolté van het Platform Binnenstad ziet dat ondernemers snel open willen. Waar ze kunnen, staan ze al hun met roet bevuilde ramen te lappen. “Het is prachtig weer en het wordt een mooi weekend, dus veel Arnhemmers hadden wel wat anders bedacht.”
“Gisteren kwam de filiaalmanager van de Etos bij ons”, zegt ze over een ondernemer die zijn zaak verloor. “Hij was heel kordaat: we moeten verder. Hij was de binnenstad al doorgegaan om een nieuw pand te zoeken. Mooi om te zien dat ze zo veel kracht hadden om verder te gaan.”
Toch is Arnhem ook geschrokken van de brand, zegt Bolté. “Het is echt een drama. Ik zie een enorm litteken in de binnenstad, dat doet enorm veel pijn.”
Oorzaak onbekend
Stadshistoricus Bart Kuiper, geboren en getogen in de getroffen Jansstraat, baalt dat de brandweer een gevel moest neerhalen, juist in een gebied dat bij de verwoesting in de Tweede Wereldoorlog gespaard bleef. “Die gevels uit de 18e en 19e eeuw maken de binnenstad zo mooi, met de diversiteit aan brede, smalle, hoge en lage panden. Vaak ook met mooie details.”
Kuiper verwacht dat later nog wordt geëvalueerd of zo’n drastische ingreep nodig was. “Je wilt de brand zo snel en goed mogelijk blussen, maar het is voor de stad ook van groot belang dat die gevels overeind blijven. Of het echt nodig was om de gevel van het pand te slopen, daar zal later zeker nog over gesproken worden.”
Vragen zijn er ook nog over hoe deze brand ontstond en zo verwoestend kon zijn. Voorbijgangers speculeren of er een verband is met de felle brand die een dag eerder een meubelzaak in de as legde. De politie zei gisteren berichten te kennen over personen die zich ophielden bij het pand waar het vuur uitbrak. “Maar het is nog veel te vroeg om daar conclusies aan te verbinden”, zei de politie gisteren op een persconferentie.