
Deze week wordt voor de negentigste keer de Boekenweek gehouden. De promotieweek van het boek waarin schrijvers door het land toeren, je bij aankoop van een boek het Boekenweekgeschenk krijgt en het roemruchte Boekenbal wordt gehouden.
Als het om lezen gaat is deze reclame wel nodig, want de leesvaardigheid in Nederland staat er niet goed voor. Zowel de leesvaardigheid als het leesplezier van Nederlandse 15-jarigen neemt af, bleek uit het recentste PISA-onderzoek uit 2023.
In dat internationale onderzoek onder 15-jarigen staat onder meer dat een derde van de jongeren in Nederland niet goed genoeg kan lezen om mee te komen op school. Zij riskeren laaggeletterd de middelbare school te verlaten.
“Sinds 2019 zien we een significante daling in het PISA-onderzoek in leesvaardigheid”, meldt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. “Dat geeft aanleiding tot actie.”
Boekverkoop stabiel
Er zijn verschillende oorzaken voor aan te wijzen, zegt Tamar van Gelder, directeur van kennis- en expertisecentrum Stichting Lezen. “Jongeren lezen vooral minder vaak en minder intensief. Zoals op sociale media, waar meestal korte teksten staan die vluchtig gelezen worden omdat gebruikers snel schakelen tussen een groot aantal berichten.”
Ook organisator van de Boekenweek CPNB denkt dat sociale media ertoe leiden dat er minder gelezen wordt. “De Boekenweek werd 90 jaar geleden voor het eerst gehouden, toen de organisatoren vreesden dat er door onder meer bioscoopbezoek steeds minder gelezen zou worden. Die bioscoop kan je nu vervangen voor sociale media”, aldus CPNB.
Opmerkelijk is dat de boekverkoop sinds 2021 stabiel is. Vorig jaar werden er 43 miljoen boeken verkocht, ongeveer evenveel als de jaren daarvoor.
Voorlezen vanaf de wieg
Stichting Lezen heeft als doel om kinderen aan het lezen te krijgen en ervoor te zorgen dat ze dat ook blijven doen. “Het is belangrijk dat ze al vroeg in aanraking komen met lezen”, zegt Van Gelder. “Dat begint bij het consultatiebureau, waar kersverse ouders worden gewezen op het zogeheten ‘BoekStartkoffertje’ met babyboekjes.
Het is volgens het kenniscentrum van belang dat ouders hun kinderen blijven voorlezen, zodat ze in contact blijven met lezen en het leesplezier gestimuleerd wordt. De stichting stelt dat zowel leesmotivatie als leesvaardigheid elkaar kunnen versterken. “Als je plezier hebt in het lezen, word je vaardiger in het lezen. En als je beter kan lezen, kan dit ertoe leiden dat je hier ook meer plezier in krijgt.”
Dieplezen
Zowel Stichting Lezen als het ministerie bepleit de noodzaak van effectief leesonderwijs op school. Waar voorheen leesvaardigheid in het voortgezet onderwijs bij het vak Nederlands hoorde, gelden lezen en leesvaardigheid steeds vaker als overkoepelend thema bij meerdere vakken.
“Dat betekent dat waar vroeger teksten in schoolboeken steeds korter werden en minder kennis bevatten, we nu gelukkig een trend zien waarbij rijke teksten in schoolboeken terugkomen. Teksten waardoor dieplezen wordt gestimuleerd. Daardoor lezen jongeren meer en wordt hun tekstbegrip beter”, zegt Stichting Lezen.
Volgens het kenniscentrum zijn er tussen de opleidingen tot leraar grote verschillen in hoeveel aandacht er aan lezen wordt besteed. “En dat terwijl de school, samen met iemands thuis en de bibliotheek de plekken zijn waar lezen aangemoedigd moet worden.”
Zo heeft de overheid geïnvesteerd in de ‘bibliotheek op school’. Als onderdeel daarvan zijn op veel basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs zogenoemde leesconsulenten aan het werk, medewerkers die lezen faciliteren en stimuleren.
Jongeren in het voortgezet onderwijs zouden blijvend in aanraking moeten komen met lezen, vindt het kenniscentrum. “Het klinkt misschien gek, maar ook middelbare scholieren vinden het heerlijk om voorgelezen te worden, bijvoorbeeld tijdens de laatste tien minuten van de les”, zegt teamleider specialisten van Stichting Lezen Martijn Nicolaas. “Je ziet echt dat leerlingen daar goed op reageren.”
Voorzichtig optimistisch
Directeur Van Gelder van Stichting Lezen is voorzichtig optimistisch over de resultaten van het volgende PISA-onderzoek, maar stelt dat waarschijnlijk pas in 2028 of 2029 de eerste effecten van de leesbevordering zichtbaar zijn.
“Ik verwacht in 2026 een stabiele tot lichte groei, vanwege de gevoelde urgentie om stappen te zetten. Sommige jongeren die nu in het voortgezet onderwijs komen, hebben al op een basisschool gezeten waar het leesonderwijs is verbeterd.” Maar dat geldt nog lang niet voor allemaal, zegt ze. “Laten we hopen dat het in eerste instantie in 2026 stabiliseert.”
Ans Schras heeft alle 89 tot nu toe verschenen boekenweekgeschenken verzameld. Ook de oudste van 1932 en een exemplaar uit de oorlog. De boeken geven echt een tijdsbeeld volgens Ans.