
De Tweede Kamer heeft weinig vertrouwen in de plannen van minister Agema van Volksgezondheid voor de ziekenhuiszorg. In een buitengewoon stekelig debat haalde ze zich niet alleen de woede op de hals van oppositiepartijen, ook haar eigen PVV keerde zich tegen haar beleid.
Een groot deel van het debat ging over het openhouden van spoedeisendehulpafdelingen in ziekenhuizen, ook buiten de Randstad. Agema wil dat doen door ziekenhuizen een vast budget te geven voor spoedzorg, ook als er weinig patiënten komen. De zorgverzekeraars zouden daaraan moeten bijdragen.
Maar veel partijen vinden die plannen te weinig concreet. Hoe het betaald moet gaan worden, en hoe het precies uitgevoerd moet worden is nog niet duidelijk. Ondertussen hebben steeds meer streekziekenhuizen plannen om spoedposten te sluiten.
“Veel ronkende woorden, maar heel weinig concrete actie waar de ziekenhuizen in Terneuzen, Twente, Sneek en Heerlen ook maar iets aan hebben”, oordeelde Kamerlid Bushoff van GroenLinks-PvdA. Het CDA vindt dat de minister een keus moet maken. “Als je niet kiest, krijg je ook niets”, zei Kamerlid Krul.
Zuyderland-ziekenhuis
Ook van haar eigen partij kreeg Agema felle kritiek. PVV-Kamerlid Claassen vindt dat de minister “alles op alles moet zetten” om het Zuyderland-ziekenhuis in Heerlen als voorwaardig ziekenhuis open te houden, dus met spoedeisende hulp. PVV-leider Wilders heeft dat in de verkiezingscampagne ook beloofd.
Het ziekenhuisbestuur wil de spoedzorg vanwege personeelstekort concentreren in de vestiging in Geleen. Agema heeft de afspraak gemaakt dat als de personeelsproblemen worden opgelost, er weer twee volwaardige ziekenhuizen komen in de Limburgse mijnstreek. Maar dat vindt Claassen de omgekeerde wereld.
“De minister moet zeggen: de volwaardige zorg is in Heerlen en als er voldoende personeel is ook in Sittard.” Hij denkt dat er niemand meer in Heerlen wil werken als dat ziekenhuis uitgekleed wordt. Claassen vindt het “schandalig” dat Agema op geen enkele manier beweegt op dit dossier.
Op de vraag vanuit de oppositie wanneer het voor hem genoeg is, zei de PVV’er dat hij dat punt “eigenlijk al voorbij is”. Toch zal hij geen motie van wantrouwen indienen of steunen tegen Agema. “Daar schiet helemaal niemand iets mee op”. “U blaft als een klein teckeltje, maar u bijt niet door”, concludeerde SP’er Dijk daarop.
Agema vroeg de Kamer nog even geduld te hebben. Ze is bezig haar plannen verder uit te werken. En, zo maakte ze duidelijk: het is uiteindelijk niet de politiek of de minister die kan bepalen of een ziekenhuis of afdeling openblijft, dat is aan de ziekenhuizen zelf.
Corrigeren krantenkoppen
Minister Agema begon haar betoog met een verwijt aan wat ze “de mainstream media” noemde. Die zouden haar besluit over de wijkverpleging niet juist hebben weergegeven. Volgens haar is er onrust ontstaan in die sector omdat media zouden hebben gemeld dat er een bezuiniging van 165 miljoen euro zou worden doorgevoerd.
Het is volgens haar echter geen bezuiniging maar geld dat structureel niet wordt uitgegeven op de begroting. Het kostte veel moeite om de onjuiste koppen aangepast te krijgen, zei Agema.
Die uitspraken vielen slecht bij de oppositiepartijen. Het is niet aan de minister om de pers te corrigeren, vinden zij. Volgens D66-Kamerlid Paulusma gaat het bovendien wel degelijk om een bezuiniging, omdat de miljoenen ook gebruikt zouden kunnen worden om wijkverpleegkundigen op te leiden om zo de toenemende zorgvraag door de vergrijzingsgolf op te vangen.
“De minister camoufleert haar eigen falen door anderen voor de bus te gooien”, zei Paulusma. Agema reageerde daarop door te zeggen dat haar grote verwijten worden gemaakt en dat ze zich daar wel tegen moet kunnen verdedigen. Ook verweet ze Paulusma dat ze de begrotingssystematiek niet snapt.
Het Kamerlid vond die aantijging weer “een minister onwaardig”. Ze wilde het liefst het debat verlaten, maar bleef uiteindelijk wel zitten.
Agema wil de 165 miljoen euro gebruiken om een voorgenomen bezuiniging op de opleidingen voor verpleegkundigen ongedaan te maken. Zij kreeg die bezuiniging onverwachts opgelegd door een Kamermeerderheid, om onderwijsbezuinigingen te verzachten.