
De Europese Centrale Bank (ECB) verlaagt de rente in de eurozone opnieuw met een kwart procentpunt. Daarmee wil de ECB de economie meer ondersteunen. Het is de zevende renteverlaging sinds juni vorig jaar, waarmee die uitkomt op 2,25 procent.
In 2023 bracht de ECB in snel tempo de rente omhoog naar een record van 4 procent. Dat was om iets te doen aan de toen hoge inflatie door de gestegen energieprijzen. Met een hoge rente wordt geld lenen duurder, wat de economie weer wat afremt. Daarmee moeten de prijzen dalen, is het idee. Een lagere rente heeft het tegenovergestelde effect. Omdat geld lenen goedkoper wordt, ondersteunt dat de economie.
Voor spaarders betekent de serie van renteverlagingen slecht nieuws. Spaargeld dat banken niet in leningen kunnen omzetten parkeren zij elke nacht bij de ECB in Frankfurt. Daar krijgen ze die rente van nu nog 2,25 procent over. ING en ABN Amro keren de afgelopen anderhalf jaar een rente van 1,5 procent uit op een vrij opneembare spaarrekening, Rabobank 1,7 procent.
ING is de eerste van de drie grote banken die rente gaat verlagen. Morgen zakt die naar 1,25 procent. Prijsvechters, vooral buitenlandse banken, bieden nog wel hogere spaarrentes. Maar ook die zakken inmiddels door de dalende rente bij de ECB. De verwachting van economen is dat de ECB in de nabije toekomst nog meer renteverlagingen doorvoert.