
Het aantal verkeersdoden in Nederland is met 42 procent gedaald ten opzichte van 25 jaar geleden, blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS. In 2024 kwamen in Nederland 675 mensen om door een verkeersongeluk. Dat zijn negen verkeersdoden minder dan een jaar eerder en 491 minder dan in 2000, toen er 1166 verkeersdoden waren.
De meeste slachtoffers van dodelijke verkeersongelukken vorig jaar zaten op de fiets. Het aantal inzittenden van personenauto’s dat omkomt in het verkeer is juist het meest gedaald.
Vooral ouderen zijn kwetsbaar: de meeste verkeersdoden in 2024 waren 80-plussers. Dat is een verschuiving ten opzichte van 25 jaar geleden, toen vooral jongeren tussen de 20 en 30 slachtoffer waren.
Ouderen komen vaker om door een fietsongeluk, waar jongeren juist vaker omkomen door een auto-ongeluk.
E-bike
Van alle fietsers die vorig jaar omkwamen door een verkeersongeluk, zat bijna de helft op een e-bike. De meeste van hen, 60 procent, kwamen om het leven door hoofdletsel.
Hoewel Nederland een echt fietsland is, zijn fietshelmen onder Nederlanders minder populair. Mensen vinden ze lelijk, niet lekker zitten, en bijna niemand draagt ze. Dat moet veranderen, vindt minister Madlener van Infrastructuur.
Gemiddeld vier op de tien slachtoffers op de fiets overleden nadat ze in botsing kwamen met een auto. In de meeste andere gevallen ging het om een eenzijdig ongeluk, bijvoorbeeld doordat mensen ongelukkig ten val kwamen.
Minder dodelijke auto-ongelukken
Over de afgelopen 25 jaar daalde het aantal verkeersdoden het hardst tussen 2000 en 2010, omdat er toen minder mensen in personenauto’s dodelijk verongelukten.
In 2024 hadden 220 inzittenden van een personenauto een dodelijk ongeluk, in 2000 waren dat er 543. In de laatste tien jaar ligt het aantal fatale slachtoffers in een auto op gemiddeld 213 per jaar.
Het aantal brom- en snorfietsers dat omkomt in het verkeer is in de afgelopen 25 jaar nog nooit zo laag geweest. In 2024 kwamen dertig mensen op een brom- of snorfiets om het leven.