
Alle kritiek ten spijt, kan de Amerikaanse president Donald Trump er met de door hem ontketende handelsoorlog toch in slagen om het handelstekort van de Verenigde Staten met de rest van de wereld te verkleinen. Maar alleen als hij er met name volgend jaar in slaagt zijn kiezers kalm te houden, als de Amerikaanse economie een flinke en misschien wel enorme dreun krijgt.
Dat blijkt uit berekeningen van economen van Rabobank, die verschillende scenario’s hebben uitgewerkt. Hun rekensommen geven een antwoord op de vraag wat Trumps einddoel is. In Europa en China wordt met verbazing gekeken hoe de Amerikaanse president de economie laat ontsporen, niet alleen van andere landen, maar met name die van de VS zelf.
In dat land kan de economie volgens de Rabobank-economen dit jaar flink afkoelen en volgend jaar zelfs met 0,6 procent krimpen als de VS de op ‘Liberation Day’ aangekondigde heffingen doorzet.
Pauze
Een week geleden stelde Trump een pauze van negentig dagen in voor de meeste van zijn extra importheffingen. Dat kwam na grote onrust op de beurs, maar vooral omdat Amerikaanse staatsobligaties en de dollar ook onderuitgingen.
President Trump stelde de Amerikaanse importheffingen door paniek op de beurs negentig dagen uit, behalve voor China:
Maar voor China maakte Trump een uitzondering. Sterker: waar vooralsnog voor producen uit de hele wereld in de VS een extra heffing van 10 procent geldt, daar is die 145 procent voor een groot aantal producten uit China.
Steeds meer economen en financieel analisten zien daarin het doel dat Trump voor ogen heeft met zijn handelsoorlog: het handelstekort met China verkleinen. De VS koopt veel meer in China dan andersom en dat moet anders, vindt Trump. Als Trump zijn confrontatie volhoudt, dan kan het handelstekort met China aan het einde van zijn huidige ambtstermijn behoorlijk verkleind zijn, valt op te maken uit de berekeningen van de Rabobank.
Dat tekort kan zelfs helemaal verdwijnen als Trump in de huidige pauze van negentig dagen deals sluit waardoor andere handelsblokken, zoals de Europese Unie, Chinese producten ook extra gaan belasten. “Die tweedeling van de wereld zou het einddoel kunnen zijn dat Trump voor ogen heeft”, concludeert Rabo-econoom Frank van Es.
Hiermee neemt Trump wel een enorm risico. “China produceert 90 procent van alle belangrijke aardmetalen die nodig zijn om hoogwaardig technologische producten te maken. Ook maakt het land heel veel elektronica”, zegt Hugo Erken van de Rabobank. “Dat ben je dan kwijt.”
Veiligheid kost geld
Ondertussen stijgen de prijzen door de handelsoorlog in het nieuwe basis-scenario van de Rabobank dit jaar naar verwachting met 6,4 procent. De inflatie komt volgend jaar uit op 4,9 procent. “Amerikaanse importeurs betalen de kosten van de heffingen echt niet zelf. Dat prijzen ze door aan Amerikaanse consumenten”, verwacht Erken.
En daar ligt het grote risico voor Trump. Als de Amerikaanse economie volgend jaar krimpt en het leven flink duurder is geworden, kunnen kiezers zijn Republikeinse Partij wel eens afstraffen bij de tussentijdse verkiezingen voor het Congres. Zonder meerderheid daar kan Trump niet meer zijn gang gaan zoals nu.
De Rabobank-economen denken wel dat de president die risico’s in zijn tweede en laatste termijn wel aandurft. “Het doel van deze handelsoorlog past in de ideologie van Trump en zijn regering”, verwijst Van Es naar bijvoorbeeld een uitleg van Stephen Miran, de voorzitter van de Amerikaanse Raad van Economische Adviseurs.
“Trump en zijn adviseurs vinden dat de VS de wereldwijde veiligheid op zijn schouders neemt en met de dollar zorgt voor een wereldwijde reservevaluta”, legt Van Es uit. “Die veiligheid kost geld, en de dollar is door zijn rol best duur. Dat maakt Amerikaanse producten duurder, vooral tegenover die uit China. Het handelstekort met veel landen is een direct gevolg hiervan.”
Zwaardere klappen
Alles wijst er volgens de economen van Rabobank dan ook op dat Trump zich met zijn handelsoorlog wil neerzetten als president die dit probleem oplost. En daarmee de maakindustrie in eigen land herstelt, met banen als gevolg.
Toch betwijfelt Erken of dat helemaal zal lukken: “De VS kan echt niet alles zelf maken. En als producten wel uit het buitenland moeten komen, is het maar de vraag of consumenten die hogere prijzen zullen accepteren. De prijs die de VS bij een escalerende handelsoorlog betaalt is echt gigantisch. In 2030 zal de Amerikaanse economie bijna 1700 miljard dollar kleiner zijn dan als er geen handelsoorlog zou zijn. Dat is bijna 5000 dollar per Amerikaan.”
In de scenario’s waarin Europa niet direct reageert op de handelsoorlog van Trump lijkt de pijn in de eurozone relatief beperkt. “We gaan er dan wel van uit dat de overheid iets zal doen, door de economie met investeringen te stimuleren”, zegt Van Es. “De groei blijft laag. En Nederland zal als exportland wat zwaardere klappen krijgen dan de rest van de eurozone.”
Met hoge importheffingen wil Trump de handelsbalans tussen Europa en de VS ‘eerlijker’ maken, maar die balans is niet zo oneerlijk als hij zegt: