
Een van de beruchtste IS-terroristen van Frankrijk is door een jury in Parijs veroordeeld tot levenslang. De 39-jarige Mehdi Nemmouche was verantwoordelijk voor de gijzeling en foltering van Franse journalisten in Syrië in 2013.
In België werd hij zes jaar geleden al tot levenslang veroordeeld voor een aanslag op het Joods Museum in Brussel, waar hij vier mensen had doodgeschoten. Het was de eerste aanslag van Islamitische Staat in Europa.
Nemmouche stond deze week samen met vier andere jihadisten terecht voor het ontvoeren en martelen van zeven Europeanen in Aleppo en Raqqa. Vier van hen zijn Franse journalisten. Ze werden vastgehouden in de kelder van een ziekenhuis in Aleppo, waar ze een jaar lang gemarteld en uitgehongerd werden. In april 2014 werden ze weer vrijgelaten.
De slachtoffers beschreven Nemmouche als een praatgrage, perverse man – een sadistische bewaker die liedjes van Charles Aznavour zou hebben gezongen tussen de martelsessies door. De aanklager omschreef hem als een “gewetenloze crimineel”.
‘Zal me nooit verontschuldigen’
Tijdens het proces ontkende Nemmouche een bewaker te zijn geweest in Syrië. Maar een terrorist was hij wel degelijk, zei hij zelf trots. “Het was dankzij terrorisme dat het Syrische volk zich bevrijdde van de dictatuur”, sprak Nemmouche in de rechtszaal. “En ja, ik was een terrorist en ik zal me daar nooit voor verontschuldigen. Ik heb van geen dag, uur of daad spijt.”
Door de levenslange celstraf die hij opgelegd heeft gekregen, mag hij de komende 22 jaar geen verzoek doen om vervroegd vrijgelaten te worden. Behalve Nemmouche kreeg ook de 35-jarige Abdelmalek Tanem een levenslange celstraf. Hij zou een van de cipiers zijn geweest.
De 41-jarige Syriër Kais al-Abdallah kreeg 20 jaar cel voor betrokkenheid bij de ontvoering van twee van de journalisten. Ook Oussama Atar en Salim Benghalem, die gezien wordt als de leider van de gijzelnemers, kregen levenslang. Van hen wordt vermoed dat ze niet meer in leven zijn.