
In diverse steden in Turkije zijn mensen opnieuw de straat op gegaan om te demonstreren tegen de arrestatie van de populaire burgemeester van Istanbul, Ekrem Imamoglu. De protesten vonden plaats ondanks een vierdaags verbod op demonstreren, dat werd ingesteld na de arrestatie afgelopen woensdag.
Volgens de partij van Imamoglu, de centrumlinkse oppositiepartij CHP, waren er alleen al in Istanbul 300.000 mensen op de been. Terwijl CHP-leider Özel een menigte toesprak, zetten agenten waterkanonnen en pepperspray in tegen demonstranten. De betogers bestormden barricades van de politie en gooiden met projectielen. Ook in Izmir en Ankara zijn er opstootjes gemeld met de oproerpolitie, die ook daar waterkanonnen inzette.
Dit zijn beelden uit Istanbul:
Minister Yerlikaya van Binnenlandse Zaken zegt dat er in heel Turkije 97 mensen zijn opgepakt tijdens de betogingen. President Erdogan zei tegen zijn aanhangers in Istanbul dat zijn regering “de verstoring van de openbare orde” niet accepteert. “Net zoals we nooit hebben toegegeven aan straatterreur, zullen we ook vandalisme niet tolereren.”
De 53-jarige Imamoglu wordt onder meer verdacht van corruptie en het helpen van een terroristische groepering. Hij verwerpt alle beschuldigingen, staat in een rechtbankdocument dat persbureau Reuters heeft ingezien.
Imamoglu is een belangrijke politieke tegenstander van Erdogan. De CHP en Europese landen beschuldigen Erdogan van het ondermijnen van de democratie. De partij had Imamoglu zondag als presidentskandidaat naar voren willen schuiven voor de verkiezingen van 2028. De CHP is ondanks de arrestatie van Imamoglu van plan de stemming over zijn kandidatuur gewoon door te laten gaan.