
De kans dat Rusland ooit internationaal zal worden veroordeeld voor de inval in Oekraïne, is kleiner geworden, omdat de Verenigde Staten zich deze week hebben teruggetrokken uit het in Den Haag gevestigde ICPA. Het International Centre for the Prosecution of the Crime of Aggression is een samenwerkingsverband van officieren van justitie uit zeven landen, dat onderzoekt of de Russische invasie van Oekraïne in 2022 strafbaar is.
De VS was geen lid van het kernteam, maar had wel een officier van justitie geleverd, die hielp zoeken naar bewijs. Die is nu teruggetrokken. De onderzoekers in het onderzoeksteam komen uit Estland, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slowakije en Oekraïne.
‘Zorgelijke ontwikkeling’
Volgens Marieke de Hoon, die internationaal strafrecht doceert aan de Universiteit van Amsterdam, duidt deze stap op een zorgelijke ontwikkeling. “De VS trekken zich steeds verder terug van de conclusie dat Rusland de agressor is.”
President Trump heeft eerder al gezegd dat Oekraïne de oorlog is begonnen. Dat wekte internationaal grote verontwaardiging.
Verder bevestigt de terugtrekking volgens De Hoon dat de VS niets wil weten van een zogeheten supranationale rechtsorde, met veel internationale samenwerking, zoals veel landen nastreven sinds de oprichting van de VN in 1945. Dat is op zich geen verrassing want Trump heeft afgelopen maand sancties ingesteld tegen het Internationaal Strafhof (ICC), dat ook in Den Haag is gevestigd en samenwerkt met ICPA.
Nürnberg
Sinds de tribunalen van Nürnberg (1945-1946) en Tokio (1946-1948), die oorlogsmisdadigers van nazi-Duitsland en keizerlijk Japan berechtten, is er geen enkel land meer veroordeeld voor het aanvallen van andere landen. Terwijl dat sindsdien toch vaak genoeg is gebeurd.
In 2010 heeft de VN het artikel over het misdrijf van agressie daarom nieuw leven ingeblazen. Maar volgens De Hoon zijn velen nu bang dat het artikel inmiddels “wel ten dode is opgeschreven”.
“Het fundament van de VN, dat landen elkaar niet meer aanvallen, raakt steeds verder uit zicht en verdwijnt in het moeras van het recht van de sterkste, omdat de agressors onbestraft dreigen te blijven”, zegt De Hoon.
Ze vindt het juist belangrijk dat agressors aansprakelijk worden gehouden en het ICPA dus doorgaat. Dat gebeurt ook volgens Jacobien Breukink, woordvoerder voor het ICPA. De organisatie in Den Haag drijft vooral op Europees geld.
Verlies
De Amerikanen hebben formeel niet gezegd waarom ze zich terugtrekken. Maar De Hoon was allesbehalve verrast. Toch vindt de universitair docent de terugtrekking van de VS een verlies. “De Amerikanen zijn heel belangrijk, omdat ze veel informatie hebben over de invasie.” In hoeverre die is gedeeld met de andere onderzoekers van het ICPA, weet ze niet.
De Hoon denkt dat Trump het ICPA de rug toekeert, omdat de Amerikaanse president zich in de oorlog tussen Rusland en Oekraïne “opstelt als bemiddelaar en dus Rusland geen agressor wil noemen”.
Het onderzoek van het ICPA richt zich in eerste instantie op de politieke en militaire leiders die de invasie van Oekraïne hebben bedacht, gepland en uitgevoerd. “Gewone soldaten kunnen niet aangeklaagd worden,” aldus De Hoon. Het onderzoek richt zich dus vooral op de Russische president Poetin, tegen wie al een arrestatiebevel van het ICC loopt, voor het deporteren van duizenden Oekraïense kinderen.