
Zzp’ers treffen vaker clausules aan in hun contracten waarin opdrachtgevers financiële risico’s doorschuiven naar de zzp’er zelf. Mogelijke boetes en naheffingen worden doorgeschoven, terwijl dat juridisch gezien niet altijd helemaal mag.
Met dit soort clausules willen opdrachtgevers zzp’ers verantwoordelijk stellen voor de naheffingen en boetes die opdrachtgevers kunnen krijgen als blijkt dat de zzp’er een schijnzelfstandige is. De zzp’er is dan in feite een werknemer over wie de werkgever dus allerlei premies had moeten betalen.
Sinds begin dit jaar is de Belastingdienst actief aan het handhaven tegen schijnzelfstandigheid, al worden er dit jaar overigens nog geen boetes uitgedeeld.
Ongeldig
De schrik zit er bij sommige zzp’ers goed in na het lezen van de passages, want het gaat om bedragen die in potentie kunnen oplopen tot duizenden euro’s. De NOS sprak met zzp’ers en las de desbetreffende clausules uit hun contracten. Juristen bevestigden aan de NOS dat hier passages tussen zitten die onwettig zijn.
Hoeveel opdrachtgevers soortgelijke passages toevoegen, is moeilijk te zeggen. Zelfstandigenvereniging ZZP Nederland krijgt sinds begin dit jaar elke dag minstens één zzp’er aan de lijn die niet weet wat hij met dit soort clausules aan moet. Ter vergelijking: de vereniging kreeg in eerdere jaren helemaal geen vragen over dit onderwerp. Vooral in de zakelijke dienstverlening en ICT-sector staan vaak soortgelijke clausules in contracten, hoort de vereniging.
Arbeidsrechtjurist Bastiaan van Rossum beoordeelt dagelijks overeenkomsten tussen opdrachtgevers en zzp’ers en treft ook steeds vaker dit soort bepalingen aan. Toch is de juridische waarde hiervan beperkt, vertelt de jurist. Want bepalingen die in strijd zijn met de wet, gelden simpelweg niet. Ook niet als de zzp’er zijn handtekening eronder heeft gezet.
Juristen benadrukken dat er altijd al soortgelijke verhaalsbedingen in sommige contracten stonden. “Maar we zien steeds vaker dat opdrachtgevers proberen aansprakelijkheidsrisico’s rondom schijnzelfstandigheid expliciet op de zzp’er af te wentelen”, vertelt Van Rossum.
IT-zzp’er R. trof zo’n onwettige passage aan in zijn contract. Hij wil anoniem blijven omdat hij spreekt over zijn huidige opdrachtgever. “De opdracht klonk alsof het aan alle zelfstandigeneisen voldeed, waarom dan zo’n passage in het contract?”
Hij vroeg zijn opdrachtgever of de passage anders geformuleerd kon worden, maar daar wilde deze niets van weten. “Dat vond ik flauw. Zij zijn een veel groter bedrijf dan ik. Ik loop veel meer risico.”
Hij legde de passage voor aan een jurist, die aangaf dat deze niet rechtsgeldig was. “Uiteindelijk heb ik het met een dubbel gevoel ondertekend, want ik had liever gehad dat we tot een oplossing kwamen. Ik ondertekende het alleen omdat ik wist dat de passage niet wettelijk geldig was, en dus geen stand zou houden als het tot een rechtszaak zou komen.”
Ook de opdrachtgever van zzp’er Z. wilde onwettige passages in haar contract niet aanpassen. De opdrachtgever in kwestie is een bemiddelingsbureau via wie de zzp’er bij een gemeente werkte. “Ze dreigden vervolgens zelfs met het niet betalen van mijn factuur.”
De zzp’er bleef weigeren het contract in deze vorm te ondertekenen, waarna het tussenbureau de relatie per direct opzegde. “Dit alles kostte me heel veel energie.”
Angst en misinformatie
“De enige effectieve manier om schijnzelfstandigheid te voorkomen, is door de arbeidsrelatie inhoudelijk aan te passen”, zegt jurist Van Rossum. “Dat is honderd procent effectiever dan dit soort schijnoplossingen.” Opdrachtgevers handelen veel vanuit angst en misinformatie, zien betrokkenen.
En het schrikt zzp’ers ook af, ziet de jurist. “Waarmee je eigenlijk het tegenovergestelde bereikt.” Ook voorzitter Cristel van de Ven van zzp-brancheclub VZN herkent dit. “Er zijn zzp’ers die dergelijke contracten niet willen tekenen en daardoor werk kwijtraken.”