
Het dodental van het opgelaaide geweld in het noordwesten van Syrië loopt in rap tempo op. Het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten (SOHR) meldt dat er inmiddels meer dan duizend mensen gedood zijn.
Gisteravond werd nog gesproken van 150 dodelijke slachtoffers, vanmiddag van meer dan 600. Dit maakt het een van de dodelijkste geweldsuitbarstingen sinds het conflict in Syrië 14 jaar geleden begon.
Volgens SOHR, dat het conflict volgt via een netwerk van informanten, gaat het om bijna 750 burgerslachtoffers, 125 militairen van de nieuwe machthebbers en 148 militanten die de verdreven president Assad steunen.
Het geweld speelt zich af in het kustgebied van Syrië, waar veel alawieten wonen. Daar staan troepen van de nieuwe machthebbers en aanhangers van Assad tegenover elkaar. Volgens de mensenrechtenorganisatie zit een groot deel van de regio zonder elektriciteit en stromend water.
Assad ontvluchtte het land begin december. De verdreven dictator behoort tot de alawitische gemeenschap. De soennitische groepering HTS heeft de macht in het land overgenomen.
Voormalig generaal
Een gewapende groepering, bestaande uit voormalige militairen uit het leger Assad, hebben de wapens opgepakt. Zij voerden eergisteren een grootschalige aanval uit op ordetroepen van interim-president Ahmad al-Sharaa.
De gewapende groepering noemt zichzelf de Militaire Raad voor de Bevrijding van Syrië (MRBS) en wordt geleid door een voormalig generaal. Hij beweert dat hij het land wil bevrijden.
De regering heeft een tegenoffensief gelanceerd tegen de restanten van troepen van Assad. De overgangsregering heeft beloofd dat aanhangers van het Assad-regime alleen individueel worden gestraft en dat minderheden met respect zullen worden behandeld. Veel alawieten hebben daar weinig vertrouwen in.
Vergeldingsacties
Ooggetuigen zeggen tegen persbureau AP dat er vergeldingsacties worden uitgevoerd op alawieten. Die berichten zijn moeilijk te controleren. Onafhankelijke berichtgeving uit het gebied is schaars, omdat er nauwelijks journalisten aanwezig zijn. Soennitische strijders die loyaal zijn aan HTS zouden alawieten medeverantwoordelijk houden voor de repressie onder Assad en uit zijn op wraak.
Bewoners van alawitische dorpen en steden spreken tegen persbureau AP over moordpartijen, waarbij de lijken op straat worden achtergelaten. Ook zouden er huizen van alawieten geplunderd en vervolgens in brand gestoken zijn.
Bewoners van Baniyas, een van de zwaarst getroffen steden, vertellen dat er lichamen op straat lagen. Een ooggetuige zegt dat bewoners urenlang verhinderd werden om de lichamen van vijf van zijn buren te verplaatsen. De slachtoffers zouden gisteren van dichtbij zijn doodgeschoten.
Duizenden alawieten zouden gevlucht zijn uit vrees voor nieuwe wraakacties. Ondertussen wordt er nog altijd hard gevochten.