
De gevechten in het kustgebied in het noordwesten van Syrië eisen steeds meer levens. Gisteren braken zware gevechten uit tussen troepen van de nieuwe Syrische machthebbers en aanhangers van de verdreven president Assad.
Het gaat om het bloedigste geweld sinds het nieuwe regime in december de macht greep. Het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten, een organisatie die opereert vanuit het VK, meldt dat er al bijna 150 mensen zijn omgekomen. Syrische troepen zouden tientallen alawieten geëxecuteerd hebben.
Het is vooral onrustig in de regio’s Latakia en Tartous aan de Middellandse Zeekust. In deze gebieden wonen veel alawieten, een sjiitische minderheid waartoe ook de voormalige president Assad behoort. De spanningen lopen al weken op.
De familie Assad heeft ruim een halve eeuw geregeerd over Syrië, totdat de president eind vorig jaar werd verdreven door de soennitische groepering HTS. Sinds de machtsovername zijn alawieten bang voor vergeldingsacties.
Soennitische strijders zouden uit zijn op wraak, omdat ze de alawieten zien als een bevoorrechte minderheid die verantwoordelijk was voor de onderdrukking onder het Assad-regime.
Gecoördineerde aanvallen
Wat er precies gebeurt, is moeilijk te verifiëren. Er zijn vrijwel geen onafhankelijke journalisten in het gebied.
Volgens het Institute for the Study of War hebben voormalige leden van het Assad-regime gisteren gecoördineerde aanvallen uitgevoerd op militaire controleposten in verschillende steden in de provincie Latakia. De Amerikaanse denktank meldt dat er geen sprake is van een dominante groepering die de aanvallen aanstuurt.
Tot nu toe wordt het geweld grotendeels toegeschreven aan kleine groepjes Assad-loyalisten. Volgens het Middle East Institute, een andere denktank, markeerden de aanvallen van gisteren echter “de eerste keer dat aanhangers van Assad duidelijk gecoördineerde aanvallen lijken te hebben uitgevoerd”.
Omverwerping
De afgelopen dagen hebben enkele van die groepen video’s gepubliceerd waarin wordt opgeroepen tot de omverwerping van het nieuwe regime. Een groep die zichzelf de “Militaire Raad voor de Bevrijding van Syrië” noemt, heeft de verantwoordelijkheid voor een deel van de aanvallen opgeëist.
Assad-aanhangers zouden nog altijd delen van de regio Latakia in handen hebben, zoals de kustplaats Qardaha, waar Assad werd geboren. Het lukt de huidige regering niet om de gebieden weer onder controle te krijgen. Schutters zouden zich verschanst hebben in verschillende steden en in een nabijgelegen gebergte, om vandaaruit aanvallen uit te voeren.
‘Uitkamoperaties’
Er zijn duizenden militairen naar het gebied gestuurd om de orde te herstellen. De regering heeft de avondklok in de steden Latakia en Tartus verlengd. Het Syrische staatspersbureau SANA beveelt inwoners van de gebieden binnen te blijven, “terwijl ordetroepen uitkamoperaties uitvoeren om gewapende overblijfselen van de Assad-regering op te sporen.”
“De keuze is duidelijk: leg je wapens neer of zie je onvermijdelijke lot onder ogen,” zei een woordvoerder van het Syrische ministerie van Defensie in een verklaring. Daaraan voegde hij toe dat duizenden militanten hun wapens al hebben ingeleverd, maar dat sommige anderen doorvechten.
De regering zegt alles te doen om burgers te beschermen, maar of dat ook daadwerkelijk gebeurt is onduidelijk. Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten hebben de Syrische militairen zeker 52 alawieten geëxecuteerd.
Op beelden zijn tientallen lichamen in burgerkleding te zien, die opgestapeld in een tuin in Latakia liggen. Het Institute for the Study of War waarschuwt dat een onzorgvuldige operatie de steun voor rebellengroepen alleen maar kan vergroten.
Hoeveel steun de Assad-aanhangers in de regio genieten, is eveneens onduidelijk. Een alawiet zegt tegen de BBC dat de huidige onrust hem bang maakt. Hij vreest dat iedereen bang is om “zondebok te worden”.
Protesten
De onrust leidt ook tot grote demonstraties. Zowel aanhangers als tegenstanders van de regering gaan de straat op. Persbureau SANA heeft foto’s van pro-regeringsprotesten gepubliceerd, in een poging om de steun voor het nieuwe regime te vergroten.
Internationale bondgenoten van de nieuwe regering, waaronder Qatar, Saudi-Arabië en Turkije, hebben de aanvallen op regeringstroepen veroordeeld en gewaarschuwd voor de gevolgen van verdere onrust.